1523 januari 18

  1. Kaerle byder gratien Goids, gecosen Roomsch Keyser, ...
  2. hertoge van Branbant ...
  3. wy hebben ontfangen die oitmoedige supplicatie
  4. van die fabryckmeesters vander collegiaelder kerken van sint Jans ... inhoudende hoe dat inder selver kerken is een capelle ende bruederscap van Onser Liever
  5. Vrouwen daer inne dat staet eenen block dair de goede luden hen offerande inne worpen ende doende zyn, voirte soe is inde voirseyde capelle noch sittende een begyne die welcke
  6. op sekere dagen ... almen Onse Lieve Vrouwe omme draecht ende opten heyligen goeden vrydach ontfanght den offer dien aldaer wert gedaen ende gegeven van weicken offere
  7. geheelyc ende al te heffende ende dien tot reparatie der voirseyde kercken te bekeeren de fabryckmeesters ten tyde wesende altyt over 10, 20, 30, 40, 50, 60 jaren ende meer hebben geweest
  8. gelyc zy supplianten alnoch zyn in peyselycker ... possessien ... Ende hoe wel nyemant en soude betamen noch geoirloift wesen den selven supplianten inde voirseyde
  9. huen possessie ennigen stoot oft belet te doene Maer behouden ende sculdich waeren daer inne te blivende ende mers soe lange ende totter tyt toe dat zy daer uuyt ter plaetsen
  10. daer ende soe dat soude beheeren waeren verwonnen Desen nochtans nyet tegenstaende, soe hebben hen seytelic gevordert de provisten vander voirseyde bruederscap der voirseyde
  11. begynen te seggene ende te verbiedende dat zy den voirseyde supplianten den offer voirscreven nyet en soude laten volghen oft gheven hen noch tot dien vanterende den voirseyde stock op te
  12. smytende oft te doen opsmyten ende tgene des zy daer inne souden bevynden ewech ende met hen te dragen turberende alsoe den supplianten inde voirseyde ... possessie allet
  13. tot hoeren grooten achterdeele preiudicien ende verdriete ende noch meer soude syn als sy seggen tot verre hen hier op by ons nyet en wordde versien van behoirlycker provisien
  14. ende remedien van iusticien ende besundere van onse oepenen brieven van maintenuen in gewoonlycker soomen. WAER OM SOE EEST dat wy desen aengesien U ontbieden
  15. ende bevelen daer toe committerende by desen, dat in alsoe verre is behoirlycke blycken vanden ghenen des voirseyde is ende besundere vander posessien ende gebruycken der voirseyde
  16. supplianten soe vele daer af date genoech zy. Ghy in dien gevalle
Nummer: 1674

1523 april 27

Zegerus, zoon van Johannes Godefridi de Hedel, en Lambertus vander Lairschot, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Jacobus, zoon van wijlen Johannes vander Vorst, wettige echtgenoot van Elizabeth, dochter van wijlen Ghibo Geritszoen, aan Hillegondis, dochter van wijlen Willelmus de Poppel, verkocht had een erfcijns van 3 £ uit:
  1. 7 hont in de parochie Kessel op de plaats After in Loykens hoeve tussen het erfgoed van Kerisius, zoon van wijlen Gibo Geritssoen, aan een zijde en een zeker erfgoed Arntshoeve aan de andere zijde,
  2. een zekere kamp, 13 hont groot, in de parochie Groot Lyt op de plaats Opte Beempden tussen het erfgoed van Wolterus Byeken Lambertssen aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Lent aan de andere zijde.
De koopster is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met 18 ryns gulden en met de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1011

1523 november 9

Henricus Kuyst, zoon van Gerardus, en Everardus vanden Water, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Mechteldis, dochter van Henricus de Orthen en wijlen Belia, zijn vrouw, dochter van wijlen Martinus de Amstel, en Johannes de Gerwen, zoon van wijlen Willelmus, wettige echtgenoot van Marcelia, dochter van Henricus en Belia, aan Mathias vanden Wyel, zoon van wijlen Coenrardus, weduwnaar van Jutta, dochter van wijlen Martinus de Amstel, hadden overgedragen de helft en al hun rechten van een huis, erf, hof en achterhuis in de Orthenstraat tussen het erfgoed van de Petrus- en Pauluskapel aan een zijde en het erfgoed van Johannes Weygerganck aan de andere zijde. Mathias is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Mechteldis beloofd dat hij haar 4 ryns gulden uit die helft zal betalen, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het feest van de Geboorte van Johannes de Doper over een jaar.
Dorsaal:
  1. Van deese vier gulden en ontfanckt men niet meer dan twee gulden acht stuver ende dat doir crachte vanden testamente Metheris dochtere Henricke van Orthen
  2. dese rente ? betaelt van die kerkckmeester van Sinte-Pieter
  3. de censu quatuor florenorum in presentibus literis comprehensis magister Johannes Typoets et Lambertus vanden Broeck tamquam magistris fabrice ecclesie parochialis in oppido de Buscoducis acquitaverunt ad (manus ?) Johannis Jacobi vanden Venne duos florenos et octo stuferos prout latius in prothocollo. Actum XXI (februarij ?) XVIc quarto. Danckers.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1418

1523 november 9

Henricus Kuyst, zoon van Gerardus, en Theodericus de Os, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, dochter van wijlen Martinus de Amstel en van wijlen Geertrudis, zijn echtgenote, dochter van wijlen Johannes Brenthen, zoon van van wijlen Johannes, aan Mechteldis, dochter van Henricus de Orthen en wijlen Belia, zijn vrouw, dochter van wijlen Martinus de Amstel, aan Johannes de Gerwen, zoon van wijlen Willelmus, echtgenoot van Marcelia, Henricus de Orthen en wijlen Belia, ten gunste van hen en ten gunste van Anna, Katherina, Adriana, zussen, kinderen van Mathias vanden Wyel, en wijlen Jutta, zijn vrouw, dochter van genoemde wijlen Martinus de Amstel, overgedragen heeft een derde deel en alle rechten die zij bezat in een huis, erf, en hof in de Orthenstraat tussen het erfgoed van Jacobus de Kessel aan een zijde en het erfgoed van Johannes Noyen aan de andere zijde, welk huis, erf en hof Johannes Brenthen, zoon van wijlen Johannes, van Johannes, zoon van wijlen Martinus Aleyten de Westerhoven verkregen had en welk huis, erf en hof nu het huis, erf, hof en achterhuis zijn tussen het erfgoed dat toebehoort aan de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan een zijde en het erfgoed van Johannes Weygerganck aan de andere zijde, zich uitstrekkend van de Orthenstraat tot aan de openbare weg achter de kapel.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1012

1523 november 9

Henricus Kuyst, zoon van Gerardus, en Everardus vanden Water, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Mechteldis, dochter van Henricus de Orthen en Belia, zijn vrouw, dochter van wijlen Martinus de Amstel, Johannes de Gerwen, zoon van wijlen Willelmus, wettige echtgenoot van Marcelia, dochter van Henricus de Orthen en Belia, aan Mathias vanden Wiel en wijlen Jutta, zijn vrouw, dochter van wijlen Martinus de Amstel, overgedragen hebben de helft van een huis, erf, hof en achterhuis in de Orthenstraat tussen het erfgoed dat aan de Sint-Petrus- en Pauluskapel toebehoort aan een zijde en het erfgoed van Johannes Weygerganck aan de andere zijde en al haar rechten daarin, van welk huis, erf, hof en achterhuis, Katherina, dochter van wijlen Martinus de Amstel en wijlen Geertrudis, diens echtgenote, dochter van wijlen Johannes Brenthens, zoon van wijlen Johanes, een derde deel en al haar rechten aan Mechteldis, dochter van Henricus de Orthen, Johannes de Gerwen, zoon van wijlen Willelmus, ten gunste van hen en ten gunste van Anna, Katherina, Adriana, zussen, kinderen van Mathias vanden Wiel en wijlen Jutta, zijn vrouw, dochter van wijlen Martinus de Amstel, overgedragen had.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1013

1524 juli 23

Everardus vanden Water en Theodericus de Os, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Dionisius, zoon van wijlen Martinus Gielissen, wettige echtgenoot van Heylwig, dochter van wijlen Petrus Gerincxsen, aan Romboldus, zoon van wijlen Wolterus Willemssen, verkocht heeft een erfcijns van 1½ rynsgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van Jacobus, apostel, over een jaar uit een morgen moerasgrond van de verkoper in de parochie Roesmalen op de plaats Den Heeschen Roemputt tussen het erfgoed van Conegondis, weduwe van Willelmus, zoon van wijlen Johannes Willemssen, en haar kinderen aan een zijde en het erfgoed van Johannes Hack, die bij Dungen woont, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die Gemeyn Weteringe tot aan het erfgoed van Jacobus Theeussen met als last een grondcijns een oert stuver en muerken.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1014

1524 augustus 5

inden huyse Claessens Molenmaker ... opt dat Hynthamereynde

Notaris Adrianus Zegeri die Ruijther, clericus van het bisdom Leodium, oorkondt dat Claes die Molenmaker heeft bepaald dat het testament dat hij voor meester Frederick de Scaeyck, kapelaan van de Sint-Jan, heeft laten opstellen van kracht blijft en dat Claes, naast andere legaten, die hij in zijn gehele testament heeft opgenomen, aan de Sint-Anthoniuskapel geschonken heeft een erfcijns van 10 rhyns gulden, welke Henrick Yewaenszoen tot Waelwyck verschuldigd is uit zekere onderpanden aldaar voor 2 weekmissen voor het zieleheil van de erflater en Lyske, zijn eerste vrouw, en dat al zijn schulden betaald moeten worden die veroorzaakt worden door zijn roerende goederen, en dat hij tot executeuren van het testament dat hij voor meester Frederick had gemaakt, aangesteld heeft Henrick Kuyst, meester van de Tafel van de Heilige Geest, en Goessen Bock en Adriaen die Ruyther en dat zij een behoorlijk salaris krijgen en nog een vierde executor mogen aanstellen. Met als getuigen: Johannes de Wassenborch, Henricus de Broechoven en Petrus Lambrechtszoen de Oss, schilder.
Nummer: 1419

1524 augustus 20

Franciscus Toelinck en Henricus Pelgrom, zoon van Theodericus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus, zoon van wijlen Gerardus Symons, aan Johannes de Wachtendonck, zoon van wijlen Johannes, ten gunste van hem en van Aleydis, zijn dochter, beloofd had te betalen een erfcijns van 14 rynsgulden uit het huis, erf en achterhuisje in de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Petrus Symonssoen, smid, aan een zijde en het kerkhof van de Sint-Jan aan de andere zijde. Johannes en Aleydis zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben erkend dat Godefridus deze cijns altijd kan terugkopen, voor elke gulden 16 rynsgulden en met de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1015

1524 augustus 20

Franciscus Toelinx en Henricus Pelgrum, zoon van Theodericus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus, zoon van, wijlen Gerardus Symonssen, aan Johannes de Wachtendonck, zoon van wijlen Johannes, en Aleidis, zijn dochter, beloofd had te betalen een lijfrente van 24 rynsgulden uit het huis, erf en achterhuisje in de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Petrus Symonssen, smid, aan een zijde en het, kerkhof van de Sint-Jan aan de andere zijde. Johannes en Aleidis zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen hen hebben aan Godefridus beloofd dat hij deze lijfrente altijd kan terugkopen, elke gulden met 10 rynsgulden en met de lijfrente van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1016

1524 augustus 20

Franciscus Toelinck en Henricus Pelgrom, zoon van Theodericus, schpenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Wactendonck, zoon van wijlen Johannes en Aleydis, diens vrouw, dochter van wijlen Johannis Pieck, als wettige weduwnaar van Jutta, dochter van wijlen Arnoldus Zegerssoen, aan Aleydis, dochter van Johannes en Jutta, overgedragen heeft zijn vruchtgebruik in een huis en erf met zijn afhankelijke goederen in de Hynthamerstraat, waarin eerst de Bonefanten woonden, tussen het erfgoed van Henricus de Cranenborch aan een zijde en het erfgoed van de kerkfabriek van Den Bosch aan de andere zijde, zich achterwaarts uitstrekkend vanaf die straat tot aan het kerkhof van de Sint-Jan, van welk huis en erf met zijn afhankelijke goederen Jacobus, Matheus en Johannes, broers, kinderen van wijlen Matheus schoemeker, en Henricus, zoon van wijlen Arnoldus Meeussoen, een zesde deel en al hun rechten daarin aan Johannes vander Oudermoelen, wandsnijder, verkocht hadden, en welk huis, erf en achterhuisje nu liggen tussen het erfgoed van Petrus Symonssoen, smid, aan een zijde en het kerkhof van die kerk aan de andere zijde.
Zegels: beide zegels licht beschadigd.
Nummer: 1017

1524 augustus 20

Franciscus Toelinc en Henricus Pelgrum, zoon van Theodericus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus, zoon van wijlen Gerardus Symonssen, aan Johannes de Wachtendonck, zoon van wijlen Johannes en Aleydis, en Aleydis, zijn dochter, beloofd had te betalen een lijfrente van 24 rijnsgulden uit een huis, erf en aangrenzend achterhuisje in de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Petrus Symonszoen, smid, aan een zijde en het kerkhof van de Sint-Jan aan de andere zijde. Johannes de Wachtendonck is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Aleydis, zijn dochter, zijn lijfrente van 10 rijnsgulden overgedragen, echter op voorwaarde dat Johannes de overige 14 rijnsgulden krijgt.
Dorsaal: Dees brief zyn verstorven ende ghequeten ende gaen aen Jan van Gennep.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1420

1524 augustus 20

  1. Notum sit universis quod cum Johannes ... de Wachtendonck, filius quondam Johannis ... et quondam Aleidis, uxoris Johannis,
  2. filie quondam Johannis Pieck, ... tamquam relictus legitimus Jutte, ... filie quondam Arnoldi Zegerssoen, usufructum sibi
  3. competentem in domo et area cum suis attientijs ... in vico Hynthamensi in qua domo pridem Bonifanti morari
  4. consueverant inter her. Henrici ... de Cranenborch e.u.l. et inter her. fabrice ecclesie de Buscoducis
  5. e.a.l. tendendum a dicto vico retrorsum ad cimiterium dicte ecclesie de quibus domo et area cum suis attientijs predictis
  6. Jacobus, Matheus et Johannes, fratres, liberi quondam Mathei Schoemeker, atque Henricus, filius quondam Arnoldi Meeussoen unam
  7. sextam partem totamque partem ac omne ius ad ipsos in eisdem domo, area cum suis attinentijs spectantes Johanni dicto vander
  8. Oudermoelen, pannicida, her. vendiderant et que domus, area cum suis attinentijs pronunc domus, area et domumcula
  9. posterior sunt et site sunt ... inter her. Petri Symonszoen, fabri e.u.l. et inter cymiterium dicte ecclesie sancti
  10. Johannis ... e.a.l. tendendum a dicto vico Hynthamensi ad cymiterium dicte ecclesie leg. supportasset Aleidi filie
  11. Johannis et quondam Jutte predictorum ...
  12. Constituti igitur coram scabinis infrascriptis dicta Aleidis ...
  13. dictas domum, aream domumculam posteriorem cum suis attinentijs simul cum dictis litteris ...
  14. atque cum toto iure ... dedit ad a. et h.c. Godefrido
  15. filio quondam Gerardi Symonssoen ... pro censu fundi ... duci ad duos philippus
  16. penningen ... h.c. 30 sol. ...
  17. capitulo dicte ecclesie ... h.c. 7½ £, h.c. 3 £
  18. predicte fabrice, h.p. unius maldri sil. Heilwigi relicte ... Everardi die Hoze
  19. et suis liberis ... atque pro
  20. a. et h.c. 14 rynsgulden ...
  21. dicto Johanni de Wachtendonck ad opus quo ad eius usufructum et ad opus Aleidis sue filie quo
  22. ad ius her... . atque pro vitali pensione 24 rynsgulden ...
  23. dicto Johanni et Aleidi ...
  24. et pro primo solutionis termino (van lijfrente) in festo Nat. B.J.
  25. B. proxime futuro ...
  26. Testes ... scabini in Buscoducis Franciscus Toelinx
Nummer: 1675

1524 oktober 21

Hubertus van Loen, prior van het Karthuizerklooster bij den Bosch, Helias van Oesterwijck, prior der kruisheeren in den Bosch, en Henricus Osman, poorter van der Bosch, uitvoerders van het testament van wijlen Gertrudis van Zittart, veranderen, krachtens hun door de erflaatster verleende volmacht, een verplichting van 5 H.Missen per week, (te lezen aan het altaar der H. Maagd in de benedenkerk van Sint Jan,) rustende op de bestuurders der kerkfabriek van Sint Jan, in 3 H.Missen per week, wegens de geringe som der fundatie. Als „magistri fabrice” worden genoemd Walter van Rullen, Tielman van den Broeck, Godefridus Symonis en Herman van DEVENTER. Dit stuk is verleden voor notaris Johannes Johanneszoon van Balen, en de getuigen Anthonius Belaerts, zoon van wijlen Rutger van Oerschot, clericus, en Johannes, zoon van Johannes Claessen, in het klooster der Kruisheeren.
Origineel.
Nummer: 1676

1524 oktober 21

  1. ... Quod Anno a Nativitate Eiusdem
  2. Domini millesimo quingentesimo vicesimoquarto ... mensis octobris
  3. die vicesimaprima ...
  4. personaliter
  5. constituti et comparans venerabiles domini Hubertus de Loen, conventus Carthusiensium
  6. apud Buscumducis et Helias van Oesterwyck, monasterij cruciferorum in dicto opido
  7. respective priores ac discretus vir Henricus Osman, civis dicti opidi
  8. Busciducensis ... executores testamenti ... quondam Gertrudis
  9. de Zittart dixerunt ... dicta quondam Gertrudis ... dicta quondam Gertrudis ...
  10. dedit ...
  11. magistris fabrice ecclesie collegiate ...
  12. sancti Johannis ... certos redditos her. sub certis
  13. conditionibus eb precipue Quod magistri pro tempore dicte fabrice celebrari facient et
  14. procurarent futuris temporibus in altari Beate Marie Virginis inferiori ecclesie sancti Johannis
  15. 5 missas in ebdomoda assignandos pro qualibet huiusmodi missa 15 £
  16. ... Dixeruntque ulterius dicti
  17. executores qualiter eis est relicta attributa et reservata potesbas dimunuendum omnis missarum
  18. ut prefertur fundatarum et ordinatarum si et inquantum omnis huiusmodi fuerit minus grave
  19. et onerosum. Quare dicti executores ... attendedendes redditus
  20. pro dictis missis assignati esse paucos ac in diversis locis situatis ...
  21. dictas 5 missas convertarunt
  22. eb converterunt in tres missas septimanales ...
  23. in honorandos viros
  24. Walterum van Rullen, Tielmannum vanden Broeck, Godefridum Symons et Hermannum
  25. van Deventer mamburnos ... dicte ecclesie sancti Johannis
  26. donationem et diminubionem missarum ...
  27. acceptare velint ...
  28. Acta ... hec in monasterio
  29. cruciferorum opidi Busciducensis predicti. Ibidem presentibus ... Anthonio
Nummer: 1676

1524 november 12

  1. ... zy condt
  2. ... dat inden jaer der geboerten onss Heeren duysent vyffhondert drie ende twentich opten
  3. tweesten dach der maent septembris ...
  4. die eersame Daniel Geroncs ende Jutta zyn
  5. wittighe huysvrouw, dochter Michiel Ghybrechtssen vander Aa, poitere ende poirtersse der stat van sHertogenbosch ...
  6. hebben alsoe die voirseyde Daniel ende Jutta testatoeren tsamen eendrechtelyck ...
  7. van allen hueren gueden hen testament ... verclairt ...
  8. gelyek hier nae volght ...
  9. begerende hen sepulture op St Jans kerckhoff. Item ende onder meer andere punten articulen ...
  10. Item zy testatoeren hebben beset der capelle van Sinte Peters ende Pouwels
  11. die somme van 300 rynsgulden ...
  12. diemen ... nae der afflivicheyt van hen beyden sall assigneren in ennigen renten oft chynsen die zy
  13. afterlaeten sullen mits den welcken die capelmeesters nader afflivicheyt van hen beyden inder selver capelle sculdich sullen
  14. wesen alle weken tot eeuwigen daghen te doen celebreren drie missen deen op St-Anthoenis altaire, dander op Sinte Peters altair
  15. ende die dorde op Sinte-Annen altair van den welcken zy gehouden sullen wesen den priester die missen doende van elker jaerlicx te
  16. geven 4 rynsgulden ... ende die reste te bekeren tot proffyte vander capellen met voirwaerden
  17. inden gevalle yemant van hueren bloede priester wesende dese missen begeerde te doen dat die dair inne voirdel sall hebben
  18. voer eenen anderen ende oft gebuerde dat die capelmeesters hier inne versuemelyck weeren alsoe alsoe dat die missen nyet
  19. gedaen en wordden soe hebben zy testatoeren die voirseyde renten beset ... deen helft der kercken van Sint-Jans ende dander helfte
  20. den grooten gasthuys ...
  21. dits geschiet inden huyse der voirseyde testatoeren inde nedercamere staende inde Orthen
  22. straet ... dair by ende over waren die eersame
  23. Henrick Henricxssoen van Orthen ende Gevart Gevartssoen ... poerteren der vorseyde stat ... Dair nae
  24. opten twelffsten dach der maent novembri 1524 ...
  25. is gestaen voer my ... die voirseyde Jutta ... weduwe
  26. ... Daniels ... ende heeft onder meer andere punten
  27. ... in eenre additien by heur gemaict verclairt ende geordineert die naevolgende punte ...
  28. Jutta ... beset ende maict noch den deken der voirseyde capelle ten tyde wesende 100 ...
  29. rynsgulden ... nae heure doot betailt ... off aen renten bewesen
  30. te worddene ende dit tot behoeff van eenre wekemisse die deselve dekenen ten tyde wesende ten eeuwighen daighen alle sondach
  31. op sinte Peters autair inden vorseyde capelle sullen doen ... celebreren ende dair aff sculdich sullen zyn den priester
  32. die misse doende alle jaer te geven vier rynsgulden thien stuvers ende in gevalle van affquytinge die penningen wederomme
  33. aen te seggen tot behoeff alsboven ... willende die voirseyde
  34. testatrix dat heer Henrick Hermanssoen ... die voirseyde 4 missen zyn leven geduerende sall doen ...
  35. ende nae zynre doot ennige van hueren bloede indien daer yemant weere ende des beggerden
  36. ende dat die selve dekenen ten tyde wesende den voirseyde priester van elcker missen die hy versuympde sullen rnoigen corten dordalven
  37. stuver ende het misgewaet dat zy testatrix in meyninge is totten dienst vanden voirseyde vier missen te maken will dat die priester
  38. die selve miss doende oft doen sall dairtoe sali gebruycken ende dat temelyck bewaeren. ...
  39. Dits geschiet ten huyse heurs testatrix voirgenoemt
  40. ... daerby aen ende over waeren Jan Bacx ende Arnt Janssoen van Gemairt ...
  41. Et ego Petrus Pelgrom, clericus Leodiensis diocesis ...
  42. notarius
Nummer: 1848

1524 november 18

  1. In nomine Domini. Amen. Tenore presentis publici instrumenti
  2. cunctis pateat evidenter et sit notum, quod anno a nativitate eiusdem Domini
  3. millesimo quingentesimo vicesimo quarto, indictione duodecima, mensis novembris die
  4. decima octava, pontificatus sanctissimi in Cristo patris et domini nostri, domini Clementis
  5. divina providentia huius nominis pape septimi, anno suo primo, in mei notarii publici
  6. ac testium infrascriptorum ad hoc vocatorum et rogatorum presentia personaliter constitutus,
  7. venerabilis vir, dominus Hubertus de Loen, prior conventus monasterii carthusiensis
  8. apud Buscumducis Leodiensis dyocesis, executor testamenti seu ultime voluntatis quondam,
  9. Gertrudis de Zittart, omnibus via, modo, jure, causa et forma melioribus quibus id
  10. melius scivit, potuit et debuit ac potest et debet, honorabilem virum, dominum Heliam
  11. de Oesterwick, priorem monasterii cruciferorum in Buscoducis, ac circumspectum virum
  12. Henricum Osman, coexecutores suos, dicti testamenti quondam Gertrudis de Zittart,
  13. suos fecit, creavit et constituit procuratores, actores et factores, ac negociorum infra-
  14. scriptorum gestores, licet absentes tamquam presentes, ad ipsius domini constituendam nomine
  15. et pro eo certam donationem inter vivos seu causa mortis quarundam missarum in qualibet
  16. hebdomoda perpetuis temporibus in altari beate Marie virginis inferiori ecclesie Sancti Johannis
  17. Busciducensis celebrandarum, per dictam quondam Gertrudem coram Johanne Back notario, necnon
  18. diminutionem earundem desuper subsecutam per dictos executores juxta potestatem, eos per
  19. dictam quondam Gertrudem in eius testamento attributam et concessam, coram me notario
  20. publico subscripto respective conditam, factam et ordinatam, a magistris fabrice pro tempore sepedicte
  21. ecclesie Sancti Johannis, tociens quociens opus et visum fuerit expedire, admitti et acceptari,
  22. petendam et requirendam, et in casu denegationis de huiusmodi requisitionis et denegationis
  23. ac de recurrendi ad superiorem, protestandum, omniaque alia et singula in premissis et circa
  24. ea necessaria faciendum, pertractandum, agendum, dicendum ac cum dictis magistris fabrice
  25. concludendum que ipsemet faceret, concluderet et pertractaret si presens et personaliter premissis
  26. interesset. Promisit insuper dictus dominus Hubertus prior constitutus in manibus mei notarii
  27. publici subscripti legittime stipulando et recipiendo, habere ratum, gratum et firmum totum id et
  28. quicquid per dictos suos coexecutores in premissis et circa ea actum, dictum, factum et cum
  29. prelibatis magistris fabrice conclusum fuerit, prout ratificat et approbat per presentes.
  30. Aliasque ut in forma meliori de et super quibus premissis dictus dominus constitutus sibi a me
  31. notario subscripto ac ad opus interesse habentium unum vel plura, publicum seu publica fieri
  32. atque confici petiit instrumentum et instrumenta. Acta fuerunt hec in ecclesia Sancti Johannis
  33. Busciducensis predicta, anno, indictione, mense, die et pontificatu prescriptis, presentibus ibidem
  34. honorabili et discretis viris, domino Mathia de Sotteghem, presbytero beneficiato dicte ecclesie,
  35. Anthonio Belaert de Oerschot et magistro Johanne Hediaert, incolis opidi Busciducensis
  36. predicti, testibus ad premissa vocatis et specialiter rogatis, Et ego, Johannes Johannis de Balen, clericus Leodiensis dyocesis, sacris apostolica et imperiali auctoritatibus necnon venerabilis curie Leodiensis notarius juratus, quia premissis omnibus et singulis presens personaliter interfui, ideo hoc presens publicum instrumentum manu mea propria scriptum exinde confeci et in hanc publicam formam redegi, signoque et nomine meis solitis et consuetis subscripsi et signavi in fidem, robur et testimonium omnium et singulorum premissorum rogatus pariter er requisitus.
Nummer: 1677

1524 november 18

Hubertus van Loen, prior van het karthuizersklooster, executeur-testamentair van het testament van Gertruud van Zittart, heeft Heliam van Oesterwijck, prior van de kruisheren in Den Bosch, en Henricus Osman, zijn mede-executeurs, aangesteld, om namens hem de volgende zaken te regelen: vooreerst de zaak betreffende een zekere gift voor zielemissen aan het Maria-altaar in de Sint-Jan, door Gertruud voor notaris Back vastgelegd; en vervolgens de kwestie betreffende vermindering van het aantal missen, die zij van de kerkmeesters moeten eisen, en in geval van tegenwerking al het nodige te doen, wat Hubertus zelf zou hebben gedaan.
Nummer: 1677

1525 april 8

  1. ... sall stellen met yseren spylen ... datmen dair doer nyet uuyt noch inne
  2. en sall moigen comen ... ende oft hy Wouter dat huys dat hy aldair setten sall naemaels woude verhueren
  3. ... dat sal hy moigen doen mar anders egenen dan duegdelycke eerbare personen die aldair opten
  4. ... kerchove sullen moigen hebben zoe oick Wouter ... hoeren uuytganck ende inganck ende dat
  5. gracien wegen ende oick nyet langerdan dat believen sall den meesters ...
  6. Ende oft geboirde ... dat ...
  7. uuyt den huyse dat Wouter ... setten sall ... der kercken ... ennigen
  8. commer oft last quame dat Wouter ... dien commer ... sall dragen ...
  9. Gegeven opten achsten dach der maent van aprille des saterdaigs naeden sondach alsmen singt
  10. Iudica int Jair ons Heeren duysent vyfhondert vier ende twintich.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1678

1525 april 8

opten achsten dach der maent van aprille des saterdaigz naeden sondach alsmen singt Iudica, Int jair ons Heeren duysent vyfhondert vierendetwintich.

De inhoud van deze akte is identiek aan die van dezelfde datum.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1679

1525 oktober 23

Godefridus Symonis en Ghiselbertus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Aelbertus Keteler, zoon van wijlen Albertus Keteler, aan Rodolphus, zoon van wijlen Willelmus Roelofssen, gegeven heeft:
  1. een huis en erf, 19 1/3 voet lang, voor en achter in die Lange Putstraet tussen het erfgoed van Gossuinus Houtzegers aan een zijde en het vrouwenziekenhuis aan de andere zijde,
  2. een erfcijns van 4 £ uit het voornoemde huis en erf,
welk huis, erf en voornoemde cijns Aelbertus van Godefridus, natuurlijke zoon van heer Johannes de Otterdyck, priester, verkregen had samen met alle afhankelijke goederen voor een erfcijns van 5 £ aan het kapittel van de Sint-Jan, voor 1 £ en de overige 4 £ aan het Sint-Nicolaasaltaar in de Sint-Jan en voor een erfcijns van 12½ rynsgulden aan Aelbertus, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper over een jaar.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1421

1525 oktober 23

Godefridus Symonis en Ghysbertus Pels, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus, zoon van wijlen Willelmus Roloffssen, aan Aelbertus Keteler, zoon van wijlen Aelbertus Keteler, beloofd had te betalen een erfcijns van 12½ ryns gulden uit het huis en erf, voor en achter 19 1/3 voet lang, in die Lange Putstraet tussen het erfgoed van Gossuinus Houtzegers aan een zijde en het vrouwenziekenhuis aan de andere zijde. Aelbertus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Rodolphus beloofd dat hij deze cijns altijd kan terugkopen met een bedrag ineens van 250 ryns gulden en met de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen, op voorwaarde echter dat Rodolphus deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigt.
Dorsaal: Deese rente van XII½ gulden heeft gelost Lisbet wedue Dierick Janssoen van Bladel.
Zegels: linkerzegel 2 fragmenten, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1422

1525 november 29

Goeswinus vander Stegen en Gysbertus Pels, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Wolterus vander Rullen en Hermannus de Daventria, meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan aan Godefridus Symonis, zoon van wijlen magister Gerardus Symonis, beloofd hebben te betalen een erfcijns van 10 rynsgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Sint-Remigius uit zekere kamers met hun grond van de kerkfabriek in het Thorenstraetken achter de toren van die kerk, echter op voorwaarde dat de meesters van de kerkfabriek deze cijns altijd terug zullen kunnen kopen met een bedrag ineens van 200 rynsgulden en met de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen, echter op voorwaarde dat de meesters Godefridus deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigen.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: Deze oorkonde is gecancelleerd.
Nummer: 1018

1525 november 29

Goeswinus vanden Stegen en Gysbertus Pels, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Wolterus vander Rullen en Hermannus de Daventria, meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, in naam van die kerkfabriek aan Godefridus Symonis, zoon van wijlen magister Gerardus Symonis, beloofd hebben te betalen een erfcijns van 10 ryns gulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Sint-Remigius, uit zekere kamers met hun grond die die aan de fabriek toebehoren in het Thorenstraetken achter de toren van die kerk, echter op die voorwaarde dat de meesters van de kerkfabriek deze cijns altijd zullen kunnen terugkopen met een bedrag ineens van 200 rynsgulden en met de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen behoudens echter dat de meesters van de kerkfabriek aan Godefridus deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1423

1525 december 5

  1. Stephanus Want, filius quondam Henrici Want, leg. et her. vendidit Andree Want,
  2. suo fratri, ... ad opus eiusdem quo ad eius usufructum necnon ad opus
  3. Henrici et Anne, suorum liberorum et quondam Elisabeth, sue
  4. uxoris legitime, filia quondam Arnoldi ... Kaesrneker ...
  5. a. et h.c. 8½ ... rynsgulden ...
  6. et pro primo solutionis termino in festo
  7. Nat. b. J.B. proxime futuro ... ex domo area et orto ac domo posteriori
  8. sibi coadiacenti ... in die Kerckstraet inter her. Henrici
  9. Zeberts e.u.l. et inter her. Henrice relicte ... Johannis die Wolff e.
  10. a.l. tendendum a dicto vico ad vicum Hynthamensem ...
  11. deponent omnino. Exceptis censu fundi 1½ stuferorum ...
  12. duci h.c. 1 denarij dicti Willelmusthuyn maiori hospitali in Busco-
  13. ducis, a. et v.p. 5 florenum renensium ...
  14. Arnoldo Martenssoen et Marie sue
  15. uxori ad vitam earundem necnon a. et v.p. duodecim florenorum renensium
  16. ... domino Stephano, suo filio, presbytero ...
  17. Testes ... scabini in
  18. Buscoducis Godefridus Symons et Hermannus de Daventria. Datum 5
  19. december 1525.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: verbonden met 1532 maart 8, 1566 maart 19, 1594 juni 22, 1605 oktober 15, 1439 februari 25, 1575 augustus 26 (3x), 1532 maart 8, 1451 mei 4, 1509 oktober 13 (2x), 1503 oktober 25, 1457 januari 31, 1453 januari 19, 1451 mei 4.
Nummer: 1424

1526 januari 13

  1. ... Quod Anno a
  2. Nativitate Eiusdem Domini millesimo quingentesimo vicesimosexto ... mensis januarij die tercia-
  3. decima ...
  4. personaliter constituta discreta ... muliebris ... Maria relicta ... Marcelij vanden
  5. Grave ...
  6. usufructum suum seu vitalem suam pensionem sibi ... competentem in a.
  7. et h.c. 3 ... ryns gulden ...
  8. ex domo, area et orto ac quibusdam her. sibi coadiacentes ... in
  9. parochia de Bakel iuxta ecclesiam inter conimunitatem e.u.l. et inter her. Ade de Buedel e.
  10. a.l. quem censum Anthonius filius quondam Marcelij vanden Grave ad opus Marie relicte dicti ...
  11. Marcelij quoad eius usufructum et ad opus liberorum legitimorum eorundem Marie et quondam Marcelij quoad
  12. eorum ius her. erga Petrum, filium quondam Johannis Zybrechtssoen acquisierat et pro maiori securitate
  13. solutionis census predicti dictus Petrus domum, aream et ortum ac domum posteriorem ... in vico
  14. Vuchtensi ultra ... die Molenbrugge inter her. Petri Janssoen, cupificis e.u.l. et inter
  15. her. Henrici Stoep e.a.l. prefatis Marie et eius liberis ad pignus imposuerat ...
  16. quarum
  17. data continet 19 september 1516 leg.
  18. supportavit ac transportavit Iudoco filio Marie et quondam Marcelij predictorum ...
  19. Acta fuerunt hec in domo habitacionis dicte
  20. Marie ... ad locum ... den Ulenborch ... presentibus
  21. ibidem ... Daniele filio Goeswini die Sloetmeker et Johanne, filio Adriani Priems ...
  22. Et ego Lambertus de Borne, clericus Leodiensis diocesis publicus ...
  23. notarius ...
Dorsaal: geen aantekening.
N.B.: band met 1516 augustus 21, 1516 september 19, 1528 februari 19, 1589 september 6 (geen charter).
Nummer: 1680

1526 april 13

  1. Judocus filius quondam Marcelij vanden Grave a. et h.c. 3 florenorum renensium ...
  2. ex domo area et orto et qui-
  3. busdam her. sibi coadiacentes ... in parochia de Backel iuxta ecclesiam ibidem inter communitatem
  4. ibidem e.u.l. et inter her. Ade de Budel e.a.l. quem censum Anthonius filius dicti
  5. quondam Marcelij ... ad opus Marie relicte ... Marselij ad opus sui quoad eius usufructum
  6. et ad opus liberorum leg. eorundem Marcelii et Marie quoad ius her. erga Petrum
  7. filium quondam Johannis Zebertssoen acquisierat ...
  8. leg. et her. supportavit Petro filio quondam Willelmi filij quondam Johannis
  9. Pauelssoen ...
  10. Testes ... scabini in Buscoducis Goswinus vanden Stegen
  11. et Ghysbertus Pels. Datum 13 april ... post dominicam
  12. Quasimodo. A.D. 1526.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: verbonden met 1516 augustus 21, 1516 september 19, 1526 januari 13, 1528 februari 19.
Nummer: 1425

1526 juli 4

  1. Anno Domini millesimoquingentesimo vicesimosexto mensis julij die
  2. quarta in mei notarij publici ...
  3. constituti ... dominus et frater Gerardus de Rudimunda
  4. pater conventus Beate Marie Virginis in Waelwijck, Godefridus
  5. Sijmonis, fabrice ecclesie sancti Johannis (geen specificatie van zijn functie) ac Arnoldus Beys, maioris
  6. hospitalis in opido Busciducis, respective magistri ac executores
  7. testamenti ... Johanne Pels addrixerunt bona mobilia et
  8. parata res et utensilia dicte quondam Johanne Pels animo et
  9. intentione desuper faciendum inventarium inter que sub inventarij
  10. beneficio bona inferius descripta conscripsi sub modo sequente
  11. Inde coeken bevonden lanx die muere vijff peer kannen een
  12. quart kan, twelff scenckpotkens, vier grote middelbaer scoetelen,
  13. vier cleijn scoetelen, vier peerkannen, twee pispotten, twee
  14. soutvaten, vier cleijn ...
  15. Acta fuerunt hec in domo mortuaria
  16. dicte Johanne ... Ibidem presentibus Theoderico Gerardi pistore
  17. et Hermanno Lonissoen de Wyck, civibus opidi Busciducensis ...
  18. Et me Johannes de Balen ad premissa notarius ...
Nummer: 1019

1526 september 19

Henrick Jan Cranen en Lisbeth, zijn echtgenoote, vermaken bij codicil aan de kerk van St.Jan 6 rijnsgulden en 'n erfpacht van 'n malder rogge uit de hoeve te Vressen die behoort aan Ghijsbertken, dochter van Aert Beys, en huisvrouw van Henric van Acchelen, met recht van verkoop, indien het onderpand schade lijdt.
Het stuk is verleden voor den notaris Arnoldus Kievits van Vlijmen. Getuigen waren: heer Frans Toelinc, kanunnik van St.Jan en Ghijsbert Thoelinc, Peters zoon.
Opmerkelijk voor dien tijd is de zinspreuk van den notaris: Sola fides sufficit.
Origineel.
Nummer: 1426

1526 september 19

  1. Inden name ons Heeren ...
  2. sy condt ... dat inden jare vander Gheboerten des selfs
  3. ons Heeren dusent vyfhondert ende sessentwintich den negentiensten dach in septembri ...
  4. compareerde
  5. voer die getuygen ende my openbaer notaris ... die eerbaer personen Henrick Jan
  6. Cramen ende Lisbeth syn wittighe huysvrou ...
  7. eendrachtelyck met malcanderen gemaect ... haer testament ...
  8. die vorscreven testatoers onder andere makinghe
  9. ende legaten maken Sint-Jans kerck na haerder doot ses rynsgulden eens te geven.
  10. Item die selve ... testatoers willen dat die lanxtelevenden noch hebben sal een
  11. mauwer rogs erfpachs uuter hoef te Vressen tebehorende Aert Beys dochter Ghysbertken
  12. huysvrou van Henric van Acchelen ende na doot van hem beyden soe willende dat die
  13. kerck van sint jans ten Bosche dien selven rog hebben sal vyftich jaer lanck
  14. ende noch langher by alsoe dat dat moghelic is Ende of voor vyftich jaer of
  15. na vyftich jaer daer letsel in viel soe willen die ... testatoers dat
  16. die kerckmeesters van sint Jans dan den selven rog moghe vercoepen ende dat
  17. ghelt appliceren tot noeteliken reparatien ende profyt vander selver kercken ...
  18. Dit ghescied ten huise der selver testatoers omtrent den Hoghen
  19. Steewech ...
  20. daer by ende over waren die eerbaer mannen heer Frans Toelinc, canonic van
  21. sint jans ende Ghysbert Thoelinc Peterszoen als ghetuygen ...
  22. Et ego Arnoldus Kievits de Vlymen clericus Leodiensis
  23. diocesis ... notarius.
Nummer: 1426

l526 september 28

Helias v. Oesterwijck, prior der Kruisheeren en Arnoldus Beijs magister in 't Groot Gasthuis in de Bosch, maken voor notaris Johannes Johannis de Balen en de getuigen, Johannes Henrixs v. Wellen en Henricis de Kessel, eenen inventaris van de schepenbrieven enz. nagelaten door wijlen Gertrudis-weduwe van Johannes van Gerwen-en dochter van wijlen Rutger de Kessel, en Christina, dochter van wijlen Ghijsbertus, genaamd Scaep. Behalve meerdere rentebrieven van de Bosch, bevat de inventaris stukken betrekking hebbende op goederen gelegen te Berlicum, Walwijck, Berchem, Uden (o.a. over een bezitting geheeten die Wedehaege), Boekel, Os, Roesmaelen, Loen, Geffen, Nulant, Cleijn Nulant, Erp, Heeswijck, Veghel, 'n huis in de Hinthamerstr. en een in de Vuchterstraat, en 't sterfhuis v. Geertruit, tegenover Sijnt Jorise capelle.
Nummer: 1819

1526 september 28

  1. Quod Anno
  2. a Nativitate Eiusdem Domini millesimo quingentesimo vicesimosexto mensis septembris die vicesimaoctava ...
  3. personaliter constituti et comparantes
  4. venerabiles ac honorabiles viri dominus et frater Helias de Oesterwyck, prior conventus cruciferorum opidi de Buscoducis ...
  5. ac Arnoldus Beijs, magister ... maioris hospitalis dicti opidi, executores ... testamenti
  6. quondam domicelle Gertrudis relicte quondam Johannis de Gerwen, filie quondam Rutgeri de Kessel ex Cristina filia quondam Ghijsberti
  7. dicti Scaep procreati animo et intentione faciendum inventarium in domo mortuaria dicte domicelle Gertrudis de omnibus et singulis litteris
  8. scabinalibus, cedulis, cartis, testamentis et instrumentis ... post mortem eiusdem relictis in medium addixerunt litteras scabinales cartas
  9. et instrumenta in dicta domo ... per eos inventi, illasque et illa sub inventarij beneficio per me notarium publicum ...
  10. Inden iersten bevonden eenen scepenen brieff der stadt vanden Bosche mencie
  11. makende van acht gouwen cronen bij Cristina van Kessel, dochter Ghijsberts Scaep op die stadt vanden Bosche gecoft ...
  12. waer aff den daet begrijpt XIXten meij ...
  13. 1472. Item eenen scepenenbrieff mentionerende van sekere huijs, hoff ende erve ontrent een mouwer lans groot
  14. gelegen tot Berlicom, opgedragen by Fissien, wedue Arnts Evertssoen, Jannen Everden, Rutgeren ende Arntden, gebruederen, kynderen van Fyssie
  15. voers. van date 31 jan. 1465. Item vyff scepenenbrieven van 20 lopen roggen ...
  16. uuijt sekere gueden tot Waelwijck ... ende nu geldende zyn Jan Arntsoen ende Jacop die Bruijn van
  17. date 1375 sabbato post festum Epyphanie quoad principalem litteram acquisitionis. Item enen scepenenbrieff van dertich
  18. ende eenen halven gouwe gulden ... van date 1478.
  19. Item enen scepenenbrieff van sess sester roggen ... diemen jaerlix gelt tot Berchem uuyt sekere erffenissen
  20. daer liggende. Noch eenen scepenenbrieff van eenen mud roggen ... tot Berchem voerseyde. Noch twee
  21. scepenenbrieven van vier mud roggen ... die welcke nu geldende is Derick Danels tot Uden
  22. Noch vier scepenen brieven van eenen mud roggen datmen gelt tot Uden op Boekel. Noch drie scepenenbrieven van 1½
  23. mud roggen dat men geldende is tot Os ende nu jaerlix betaelen Jan Claessen ende Rut Huijben. Noch drie scepenen brieven van
  24. een halff mud roggen tot Roesmaelen uuijt die gueden van Alart van Maren. Noch drie scepenen brieven van eenen
  25. mud roggen dat men ... geldende is tot Loen ende nu gilt Wouter Andriessoen. Noch vijf scepenen brieven mentie makende
  26. van twee mud roggen diemen jaerlix geldende is tot Roesmaelen uuyt die gueden van Arnt Berwouts. Noch 4 scepenen-
  27. brieven van eenen mud roggen tot Berlikum dat nu gilt Jan Gerits. Noch enen scepenenbrieff van 6 sester roggen
  28. tot Os. Noch eenen scepenenbrieff van eenen mud roggen tot Geffen uuijt die gueden vanden
  29. Heijligen Geest ten Bosche, welcke pachten voers. bij Cristina, wedue Rutger van Kessel, vercregen zyn. Item twee scepenen-
  30. brieven van 3 mauwer roggen tot Roesmalen. Noch enen scepenenbrieff van 2 mud roggen mentionerende van welcke
  31. drie mouwer ende twee mud voers. egheen possessie van boeren en is. Noch drie scepenen brieven van zekere bossen (zonder localisering),
  32. Noch eenen scepenenbrieff van verscheyden stucken lans noch drie brieven der stadt vanden Bosche van sekere lande ende 4½ ponden
  33. de quibus non est possessio. Noch bevonden diversche scepenenbrieven testamenten ende instrumenten van cleynder macht.
  34. ... Noch 4 scepenenbrieven van 12 £ tot Nulant ... Noch het testament
  35. van Geertruyt Scaeps. Noch eenen deylbrieff tussen Wouter Scaeps ende Rutger van Kessel. Noch een quijtscellinge van Jan
  36. vander Cuylen onder den zegel van Uden. Noch enen quytscellingen by Wouter Vuchs gedaen by Johannem Amelrici ondertekent
  37. Item vier scepenenbrieven
  38. mencionerende van 30½ goltgulden uuyter gruijten van Pelammet eenen scey ende deyl brieff tusschen Jannen van Gerwen
  39. ende zijnen bruers. Noch verscheyde scepenenbrieven vander hoeven ende erffenissen ... die Wedehaege tot Uden
  40. Item twee vidimus ... met eenen instrument vanden tractaet van huwelyck tussen Danel van Gerwen ende joncfrou Anna
  41. vander Vest. Item 2 scepenenbrieven van xxii peters uuyt sekere erffenissen tot Uden waer aff die helft gequeten
  42. is ende die ander helft als noch geldende is heer Arnt Costers tot Uden. Item enen scepenenbrieff van 5 £ tot Erp
  43. uuyt zekere onderpanden aldaer ... die nu gilt Laureijns Ghyskens. Item vier schepenenbrieven van 8 £ ... uuijten huyse
  44. Hubert Pauwels inde Vuchterstraet. Noch twee scepenenbrieven van 10 £ uuyten huyse van eertyts Peter Cangieter inde
  45. Hijntemerstraet. Item 2 scepenenbrieven van 6 £ uuijten huyse van Henrick Beijens. Item 10 scepenenbrieven van 3 £ ... uuijt
  46. hoeven van Derick Wouters tot Heeswyck. Item 4 scepenenbrieven van 12 £ ... dat die Cruysbruers geld uuyt hoer gueden
  47. tot Vechel. Noch twee scepenenbrieven van 14 £ ... die nu geldende is Goessen Raymeker tot Berlicom uuijt zyn gueden.
  48. Noch twe scepenenbrieven van 3 £ dat die kynderen van Oda folken gelden uuyt hoer gueden tot Berchem ...
  49. Noch eenen scepenbrieff van 12 £ uuijten huijse van Jan Ghijsberths inde Carstraet al bij Cristina ende Rutger
  50. van Kessel gecoft ... Item noch eenen erffbrieff van 20 rynsgulden bij jonffrou Gertruydt van Gerwen ende
  51. Hillegont hoer susteropte stadt vanden Bosche gecoft. Item 2 scepenenbrieven van 7 Rynsgulden die Danel vander Aa gelt
  52. tot Eyndoven. Noch 8 scepenenbrieven vanden huijse hoeff ende erve tegen Synt Joris capelle over daer die voerseyde Jonffrou Gertruydt
  53. innegestorven is. Item drie scepenenbrieven van 3 mergen lans tot Roesmalen ... noch 2 scepenenbrieven van 3
  54. margen lans gelegen tot Roesmalen ter plaetsen ... op Cleynenvlant. Noch enen enen scepen brieff van 4 mergen lans tot Nulant
  55. inde Corte Hoeve ... Noch bevonden eenen stadtbrieff vanden Bosche van 20 goltgulden, eenen van XIII goltgulden ende
  56. noch eenen van XIIII goltgulden ... ten lyve Jonffrou Gertruydt. Noch bevonden eenen van 5 gulden ten lyve van Heylwich Jacops
  57. dochter van Schindel, noch eenen van vyff gulden ten lyve Katheryn, dochter Coenraerts van Maren, noch eenen van 5 gulden ten lyve van en nog enkele andere ...
  58. Acta fuerunt
  59. hec in domo mortuaria dicte quondam domicelle Gertrudis ... presentibus ibidem
  60. ... Johanne Henricxssoen van Welle et Henrico de Kessel ...
  61. Et ego Johannis Johannis de Balen presbyter Leodiensis dyocesis ...
  62. notarius
Nummer: 1819

1527 februari 18

anno Domini millesimo quingentesimo vicesimo sexto

Henricus Pelgrum, zoon van Theodericus, en Johannes de Brecht, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, zoon van wijlen Udo de Gerwen, aan Vrouwe Johanna, weduwe van Johannes de Erpe, verkocht heeft een erfcijns van 5 rynsgulden, waarvan de eerste betaling zal zijn vanaf het eerstvolgende feest van Sint-Petrus Stoel over een jaar uit een stuk erfgoed met zowel bouwland als weiden met zijn houtgewas, 2 mudzaat groot, in de parochie Stiphout op de plaats Die Groote Moest tussen het erfgoed van de Heer van Postel, van de verkoper en verscheidene anderen aan een zijde en het erfgoed van Willelmus vanden Hoeven en verscheidene anderen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Willelmus de Gerwen tot aan de gemeenschappelijke akkers met als last op dat stuk erfgoed een grondcijns van 3½ stuivers.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1020

1527 juni 1

  1. Petra et Margareta sorores filie quondam Henrici filii quondam Johannis de Ambstel et Anthonius filius quondam Henrici Lonyszoen tamquam maritus ... legitimus
  2. ... Johanne ... filie dicti quondam Henrici pro se ipsis et pro Oda filia ... imadicti . Henrici necnon pro Zoeta filia ... Henrici
  3. ... relictaque ... Godefridi de Uden et pro Henrico et Willelma liberis ... Zoete et quondam
  4. Godefridi de Uden ... domum aream et ortum ac domum
  5. posteriorem cum orto sibi adiacente ... in vico dicto die Tolbrugge inter hereditatem Willelmi filij quondam Arnoldi Roelofs et plurimum aliorum ex uno latere
  6. et inter conum eiusdem vici siti iuxta Dyesam ... simul cum granarij dicti spiker
  7. ibidem retro consistentem dudum supportatos dicto Henrico filio quondam Johannis de Amstel a Gysberto filio quondam Martini de Bode et Gerardo de Vladeracken marito ... legitimo
  8. domicelle Elisabeth ... filie dicti quondam magistri ... et que premissa pronunc domus
  9. area ortus seu vacua hereditatis dicta ledige erffenisse cum quadam pendente domumcula dicta met enen afhangsel oft loeyve cum plaetsa sibi adiacente sitis retro Pontem Theolonij
  10. ultra priorem pontem dictum die Yerste Brugge supra conum ibidem adhuc domus ibidem retro consistens cum duabus cameris et d stabulis et eorum fundis ibidem retro
  11. stantibus atque adhuc una magna vacua hereditas tendens ibidem usque ad aliam aquam ibidem simul cum oomnibus suis iuribus et attinentiis esse dinoscuntur videlicet prout et
  12. quemadmodum iam premissa ibidem sita sunt dictus ... Henricus et Egidius ... in eisdem decesserunt ...
  13. dederunt ad annum et hereditarium censum Hectori die Bever filio naturalis quondam
  14. Rodolphi die Bever ... pro censu fundi ... tamquam duci Brabancie hereditario censu quatuor florenorum renensium ...
  15. necnon quinque stuferorum ac quarte partis unius stuferi capitulo ecclesie ... sancti Johannis ...
  16. hereditario censu trium florenorum renensium conventui predicatorum ... hereditario censu quindecim florenorum renensium Henrice relicte ... Leonardi
  17. de Geffen hereditario censu quinque florenorum renensium Godefrido Heren et vitali pensione sex florenorum renensium ad vitam Katherine Engberts prius annuatim exinde ... solvendum ...
  18. atque pro annuo et hereditario censu trium et dimidij florenorum karolus gulden ... supradicte Petre
  19. hereditario censu septem et dimidij consimilium florenorum karolus gulden comrnuniter vocatorum dicte Margarete h.c. septem et dimidij ... karolus gulden dicte
  20. Ode atque a. et h.c. trium ... karolus gulden dicto Anthonio tamquam marito ... dicte Johanne ...
  21. et pro primo solucionis termino a festo Nativitatis beati Johannis Baptiste proxime futuro ultra annum ...
  22. Promiserunt insuper dicti Petra Margareta et Anthonius ... in casu quo
  23. imposterium ... plus fore solvendum quam dictum est quod ipsi ... hoc plus prefato
  24. Hectori penitus deponent ... pro quolibet denario sic plus invento viginti consimiles denarios quibus datis dictus Hector hoc
  25. plus extunc in antea solvere ex premissis tenebitur ...
  26. sub condicione tali quod dictus Hector dictos census redimere et acquitare poterit perpetue simul una pariter aut vicissimi videlicet dictum censum trium et dimidij florenorum simul et
  27. semel ac simul dictum censum 7½ florenorum ac simul et semel censum 7½ florenorum simul et semel dictum censum trium florenorum videlicet quomodolibet
  28. dictorum florenorum ... cum et mediante viginti consimilibus ... karolus gulden ...
  29. et cum censu seu censibus anni redemptionis et arrestadijs ...
  30. hoc salvo quod idem Hector huiusmodi redemptionem semper per spacium dimidii anni ... preintimare Testes scabini in Busco-
  31. ducis Henricus Pelgrum filius Theoderici et Johannes de Erpe. Datum prima die mensis junij ... Anno Domini millesimo quingentesimo vicesimoseptimo
Dorsaal:
  1. Numero 62 (Vander Weeghe)
  2. filio 57 verso
  3. folio 47
  4. Dit gaet aen het ? ende is vanden VII½ gulden der kercken op gedragen ut in libro Os den ?
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: verbonden met 1542 mei 11, 1545 januari 12.
Nummer: 1681

1527 juni 25

Henricus Pelgrum, zoon van Theodericus, en Johannes vander Stegen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat de Vrouwen Aleydis en Maria, zussen, dochters van wijlen Geerlacus die Roever, aan magister Nycolaus Kuyst ten gunste van Martinus, zoon van wijlen Godefridus Zebertsen, verkocht hadden een erfcijns van 10 karolusgulden uit:
  1. een zekere beemd, die Wassvoert, in de parochie Dommelen tussen die Keersp aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Johannes de Heerzel aan de andere zijde,
  2. een zeker akker, 1 mudzaat groot, tussen het erfgoed van de kinderen van genoemde Johannes de Heerzel aan een zijde en het erfgoed van Alardus de Kersp aan de andere zijde.
De verkoop had plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkopers deze cijns altijd konden terugkopen voor een bedrag ineens van 200 karolusgulden en met de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen. De genoemde Vrouwen zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben verklaard aan Goeswinus, zoon van wijlen Henricus Beijenssen inden Beer, hun scheidsrechter, beloofd dat zij deze cijns van 10 gulden gehouden zijn te betalen.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1021

1527 september 19

Henricus Pelgrum, zoon van Theodericus, en Johannes de Brecht, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Engbertus vanden Keer, goudsmid, wettige weduwnaar van Aleydis, dochter van wijlen Franco die Becker, aan Paulo, Franco, Geertrudis en Cornelia, kinderen van Petrus en wijlen Aleydis, had overgedragen zijn vruchtgebruik in een erfcijns van 5 £, uit een huis, en erf met zijn afhankelijke goederen en rechten in de Dravelgass tussen het erfgoed van Symon Jacopssen aan een zijde en het erfgoed van Evardus de Berlicum, die scaelmeker, aan de andere zijde, welke cijns Judocus, zoon van wijlen Johannes de Veen, aan Petrus verschuldigd was. Paulus, Franco, Geertrudis en Cornelia zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Johannes, zoon van wijlen Adrianus de Stryp, deze cijns overgedragen.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1022

1527 september 19

Henricus Pelgrom, zoon van Theodericus, en Johannes de Brecht, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Engbertus vanden Keer, goudsmid, wettige weduwnaar van Aleydis, dochter van wijlen Franco die Becker, aan Paulus, Franco, Geertrudis en Cornelia, kinderen van Petrus en Aleydis, heeft overgedragen zijn vruchtgebruik in een erfcijns van 5 £, welke cijns Judocus, zoon van wijlen Johannes de Veen, aan Petrus verschuldigd was uit een huis, en erf met zijn rechten en afhankelijke goederen in de Dravelgass tussen het erfgoed van Symon Jacopssen aan een zijde en het erfgoed van Everardus de Berlicum, die scaelmeker, aan de andere zijde.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1023

1527 september 19

  1. Petrus filius quondam Engberti vanden Keer. aurifaber, rel. legitimus ... Aleydis ... filie quondam Franconis die Becker
  2. usufructum sibi ut dicebat competentem in a. et h.c. 5 £ ...
  3. quem censum Judocus filius quondam Johannis de Veen promiserat ... soluturum
  4. dicto Petro ad opus sui quo ad eius usufructum Pauli, Franconi, ... Geertrudi et Cornelie, liberis Petri et quondam Aleydis ...
  5. ex domo area
  6. cum suis iuribus et attinentijs ... inde Dravelgass inter her. Symonis Jacopssoen e.u.l. et inter
  7. her. Everardi de Berlicum, die scaelmeker, e.a.l. ...
  8. leg. supportavit Paulo, Franconi ... Geertrudi et Cornelie ...
  9. Testes ... scabini in Buscoducis
  10. Henricus Pelgrom filius Theoderici et Johannes de Brecht. Datum decimanova ... septembris ...
  11. 1527.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1023

1527 november 28

  1. Hermannus filius quondam Johannis Berntszoen tamquam maritus ... legitimus Katherine ... filie quondam Zegeri Janssoen
  2. legitime et heriditarie vendidit Katherine filie quondam Johannis Scutzoen uxori legitime Gysberti Gysbertszoen annuum et hereditarium censum duorum florenorum
  3. karolus gulden communiter vocatos ...
  4. et pro primo solucionis termino in fest beati
  5. Martini hyemalis proxime futuro de et ex tertia parte ad ipsum venditorem ... spectandem in sex jugeribus ... in parochia de Druenen ad locum dictum Nyeuwe Kuyck inter hereditatem Arnoldi filii dicti quondam Zegeri Janssoen ex uno latere et inter hereditatem
  6. heredum quondam Willelmi de Haestrecht domini temporalis dum vixit de Druenen ex alio latere tendendem ab hereditate dicte emptricis ad here-
  7. ditate Reymboldi Ariaenszoen atque in horreo desuper consistentem
  8. ... deponent omnino exceptis duobus modijs siliginis necnon uno et dimidio modijs et uno et dimidio vasatis havere
  9. ex dictis integras sex iugeribus terre prius annuatim exinde solvendum ... atque quod ipsi dicta dictam terciam partem premissorum pro
  10. solucione dicti census ... semper efficient et satissecuris
  11. sub condicione tali quod dictus venditor dicum censum redimere poterit cum triginta duobus consimilibus ... karolus ...
  12. et cum censu anni redemptionis ac arrestadijs si que protunc restiterunt solvendum ... hoc salvo quod idem vendi-
  13. tor huiusmodi redemptionem dimidii anni dicte emptrici legitime preintimabit. Testes ...scabini in Buscoducis Henricus
  14. de Broechoven et Everardus vanden Water. Datum vicesimaoctava die mensis novembris Anno Domini millesimo quingentesimo vicesimo septimo.
Dorsaal: Anthonius filius Jacobi Simonszoen de Weert.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Deze akte is verbonden met akten van 1563 juni 7, 1548 januari 21.
Nummer: 1427

1527 december 31

Godefridus van Lancvelt erkent tegenover Jutta, uit handen van Daniėl, de overleden man van Jutta, ter verdediging van zijn rechtszaak, drie brieven betreffende een cijns van 8 rijnsgulden, uit een hoeve van Petrus van Lancvelt, te hebben ontvangen. De eerste brief van 1488, waarin deze Petrus de genoemde cijns had verkocht aan Bruystinus, de twee andere brieven zijn van latere datum, waarvan de een handelt over de overdracht van de cijns aan Daniėl, de man van Jutta, en de andere een proces aangaat over de uitbetaling van de cijns. Daarom belooft Godefridus onder de nodige garanties de brieven op verzoek van Jutta aan haar terug te zullen geven. Hij verzekert, dat hij zijn rechts zaak, die eerst ten gunste van een zekere Johannes van Nuwenhuis door de schepenen was beslist, nu op zijn eigen kosten ter behandeling door de cancellier en de Raad van Brabant heeft gebracht en daarmee doorgaat, zonder dat dit schade zal meebrengen voor Jutta, en dat hij ook afziet van alle mogelijke manieren van handelen, die daar tegen ingaan. Van deze toezeggingen van de kant van Godefridus vraagt Jutta, dat dit in een notariėle akte wordt vastgelegd.
Nummer: 1219

1527 december 31

  1. In nomine Domini. Amen. Cunctis presens instrumentum publicum lecturis sit notum, quod anno a nativitate
  2. Domini millesimo quingentesimo vicesimo septimo, indictione quinta decim, mensis decembris die ultima,
  3. pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Clementis, divina providentia pape septimi,
  4. anno sue coronationis quarto, coram proba muliere, Jutta relicta quondam Danielis Geroncs, opidana
  5. opidi Busciducensis, Leodiensis diocesis, in presentia mei notarii et testium infrascriptorum ad hoc vocatorum et rogatorum
  6. personaliter constitutus discretus vir Godefridus de Lancvelt, incola eiusdem opidi, non vi, dolo, metu,
  7. fraude aut alias sinistre ut asseruit circumventus, sed eius mera et spontanea voluntate, palam et
  8. publice recognovit et in veritate confessus fuit, se de et ex manibus prefati quondam Danielis
  9. habuisse ac recepisse, atque adhuc in eius custodiam ac manum habere vel pro defensione sue proprie
  10. cause, per ipsum coram legislatoribus et scabinis opidi Busciducis agitate, in judicio exhibuisse tres
  11. litteras scabinales predicti opidi de quodam censu seu redditu hereditario sive redimibili octo
  12. florenorum renensium solvendo anno quolibet hereditarie in festo Purificationis beate Marie virginis, et
  13. in Buscoducis ab omnibus precariis et aliis exactationibus libere tradendo ex mansu, dicto Ten
  14. Hogen Arle, Petri van Lancvelt, sito in parrochia de Gemert, et aliis contrapignoribus, unam videlicet
  15. dictarum litterarum et seniorem de data ultima decembris anno 1488, in qua dictus
  16. Petrus dictum hereditarium censum vendiderat Bruystino, filio quondam Nicholai Geritszoen fabro,
  17. reliquas yero litteras junioris date, unam vero supportationem prefato Danieli de dicto censu,
  18. et alteram processum quendam prosecutionis solutionis census memorati factum in se continentem.
  19. Quapropter idem Godefridus prefate Jutte et mihi notario, ut moris est, stipulando promisit
  20. seipsum ac sua bona omnia et singula, presentia et futura, mobilia et immobilia, hereditaria
  21. et parata, ac alia qualiacumque fuerint, propterea obligando etypotecando se dictas litteras
  22. sanas et integras eidem Jutte ad eius requestam et monitionem tradituras et reddituras,
  23. et quod ipse Godefridus pretactam causam, jam occasione sententie per legislatores et scabinos
  24. predictos in favorem cuiusdem Johannis van den Nuwenhuis de Gemert late et promulgate,
  25. coram venerabilibus et nobilibus dominis cancellario ac aliis de Consilio Brabantie
  26. reformatam aut reformandam suis propriis custibus et expensis, absque jactura, dampno et
  27. incommodo prefate Jutte atque suorum bonorum, sollicitabit, prosequetur et defendet non
  28. obstante procuratorio, eidem Godefrido ad eiusdem Godefridi specialem peticionem et requestam
  29. ob juris sui proprii defensionem per dictam Juttam ad dictam causam reformationis prosequendam,
  30. dato et tradito, et quod propterea ipse idem Godefridus pretactam Juttam et eius bona ab omnibus
  31. dampnis, expensis et interesse sibi Jutte occasione huius quovismodo eventuris quitabit, relevabit
  32. et omnino indempnes observabit, sub ypoteca et obligatione predictorum, renuncians preterea omnibus
  33. et singulis exceptionibus doli, mali, fraudis, lesionis, circonventionis juribus, privilegiis,
  34. consuetudinibus, indultis, prerogativis ac aliis quibuscumque defensionibus, quibus se contra
  35. premissa aut aliqua premissorum quibuscumque de causis defendere aut tueri posset, et
  36. presertim juri dicenti "generalem renuncionem non valere nisi precesserit specialis". De et
  37. super quibus premissis prefata Jutta, Godefrido predicto consentiente sibi a me notario publico
  38. infrascripto unum vel plura, publicum seu publica, fieri et confici peciit instrumentum
  39. et instrumenta in meliori forma. Acta fuerunt hec sub anno, indictione, die, mense
  40. et pontificatu predictis in domo habitationis predicte Jutte, sita in Buscoducis predicto,
  41. in vico Ortensi, presentibus discretis viris, Adriano Henrici et Chijsberto Andree de
  42. Arnhem sartoribus laicis, testibus ad hoc vocatis et rogatis.
    Et ego Johannes Bax, clericus Cameracensis diocesis, publicus sacris apostolica et imperiali auctoritatibus notarius, quia dictis recognitioni, confessioni, obligationi, permissioni et renunciationi ceterisque premissis omnibus et singulis dum sicut premittitur fierent et agerentur, una cum prenotatis testibus, presens interfui eaque sic fieri vidi et auctivi, idcirco presens publicum instrumentum, manu alterius, me interim legittime prepedito, fideliter scriptum, exinde confeci et in hanc formam publicam redegi, signoque et nomine meis solitis et consuetis signavi et subscripsi in fidem premissorum rogatus.
    Johannes Bax de Herentals.
Dorsaal: folio 84 verso.
Nummer: 1820

1528 februari 3

  1. Frater Hubertus de Loen prior ... conventus fratrum carthusiensium in parochia de Vucht sancti Lamberti frater Helyas de Oisterwyck prior ... conventus
  2. cruciferorum ... necnon Henricus Osman tamquam executores testamenti ... quondam Geertrudis relicte ... Willelmi de Zittart et eo nomine
  3. potentes ad infrascripta vigore dicti testamenti ... medietatem cuiusdam domus et aree ac vacue hereditatis simul cum quadam camera
  4. ibidem retro consistentem cum suis iuribus et attinentiis necnon medietatem cuiusdam transitus dicti een ganxkens ibidem protensi videlicet medietatem premissorum que sita est in
  5. viculo quodam tendente a magno vico die Tolbrug straet ad parvum viculum die Cleyntolbrugstraet ... inter hereditatem ad capitulum ...
  6. ibidem supra conum dicti viculi spectante quodam transitu interiacente ex uno latere et inter reliquam medietatem domus aree ... ex alio
  7. latere simul cum medietate muri seu parietis intersticialis inter ... et reliquam medietatem ... quequidem
  8. medietas domus ... ac vacua hereditatis simul cum dicta camera nennon medietas ... transitu ... muri ... dictis executoribus
  9. ad opus executionem eiusdem testamenti mediante quadam divisione hereditaria inter dictum fratrem Hubertum priorem ... Arnoldum Paenweter et dictum Henricum
  10. Osman tamquam executores dicti testamenti ex una et Johannes de Berkel magistrum ... maioris hospitalis ... et fratrem
  11. Johannem de Maestricht tamquam procuratorem conventus ad aquas beatarum Marie virginis et Brigitte vidue siti in Roesmalen ex alia partibus facta unacum certis
  12. alijs bonis in partem cesserant ut videbatur in certis litteris sigillis dictorum fratrum Huberti Arnoldi Paenweter Henrici Osman ac conventus ad aquas beate Marie
  13. predicti ut apparebat sigillatis ...
  14. dedederunt ad annuum et hereditarium censum Arnoldo filio Iudoci Janssoen de Myspel ... pro
  15. ... hereditario censu trium et dimidie librarum ... conventus sancte
  16. Clare in Buscoducisac tribus denarijs stuvers vocatis et uno novenario domui de Postula prius annuatim ... solvendis ... dandum et solvendis a
  17. dicto Arnoldo ... atque pro h.c. septem et dimidij florenorum karolus gulden communiter vocatorum
  18. ... dandum et solvendum magistros ... fabrice
  19. capelle beatorum Petri et Pauli ... pro una medietate necnon magistris ... fabrice capelle beate Barbare
  20. ... iuxta plateam dictam die Buertschestraet pro reliqua medietate ab Arnoldo predicto ...
  21. et pro primo solucionis termino a festo Nativitatis beati Johanni Baptiste proxime futuro ultra annum ...
  22. deponent omnino. Sub condicione tali in casu quo imposterium inventum fuerit via iuris ... flus fore solvendum quam dictum est quod dicti executores
  23. ... pro quolibet denario sic plus invento poterint dare dicto Arnoldo viginti consimiles denarios quibus datis. Idem Arnoldus hoc plus extunc in antea ex premissis sibi ad
  24. censum ... datis solvere tenebitur ...
  25. Sub condicione tali quod dictus Arnoldus dictum censum septem
  26. ... redimere poterit perpetue simul una pariter aut vicissim et non minus quam duos huiusmodi florenos karolus gulden
  27. vocatos ... quemlibet dictorum florenorum cum viginti florenis karolus ...
  28. et cum censu anni redemptionis et arrestadijs ... hoc
  29. salvo quod idem Arnoldus huiusmodi redemptionem per spacium dimidii anni dictis executoribus aut eorum alteri preintimabit. Testes ... scabini in Buscoducis
  30. Henricus Pelgrum filius Theoderici et Willelmus Pynappel. Datum tercia mensis februarii. Anno Domini millesimo quingentesimo vicesimo septimo.
Dorsaal:
  1. Testes Loeff Borchgreve et Water
  2. Lecta ultima decembris anno XVIc sessentwintich coram Gestel Someren ende vanden Bossche
  3. Numero 13
  4. folio 57 verso
Zegels : beide ontbreken.
Nummer: 1682

1528 februari 8

anno Domini millesimo quingentesimo vicesimo septimo

Henricus de Broechoven en Arnoldus Monix, zoon van Godefridus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Rodolphus Bevers, aan magister Nycolaus Kuyst ten gunste van Mechteldis, weduwe van Johannes Alartssen, verkocht heeft een erfcijns van 3 karolus guldens, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis uit:
  1. een zekere akker van de verkoper, 10 lopenzaat groot, Die Hage in de parochie Nystelrode op de plaats Die Hage tussen het erfgoed van Johannes Monix, zoon van wijlen magister Johannes, senior, aan een zijde en het erfgoed van Gybo Roelofssen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Mechteldis tot aan de openbare weg,
  2. een zekere akker van de verkoper, 9 lopenzaat groot, op de plaats Die Vorst tussen het erfgoed van de reguliere zusters in Den Bosch Opden Wyntmoelenberch aan een zijde en het erfgoed van Henricus joden Hoiren aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Paulus Raessen tot aan de openbare weg,
met als last een erfcijns van 3 rynsgulden aan Lubbertus Rutten en zijn medeėrfgenamen uit de eerste akker. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat deze cijns altijd kan terugkopen met een bedrag ineens van 60 karolusgulden en met de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige cijnzen, behoudens echter dat de verkoper deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigt.
Dorsaal: Nistelroy uyt een acker van 10 lopensaat genaamt die Hage, en uyt een acker van 9 lopensaat genaamt de Vorst op Ligtmis 2½ gulden, folio 93 (18e eeuw).
Zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 1428

1528 februari 19

anno Domini millesimo quingentesimo vicesimo septimo

Everardus vanden Water en Arnoldus Monic, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Maria, weduwe van Marcelius vanden Grave, aan Judocus, zoon van Maria en Marcelius, had overgedragen haar vruchtgebruik in een erfcijns van 3 karolusgulden uit een huis, erf, hof en verscheidene andere aangrenzende erfgoederen in de parochie Bakel naast de kerk tussen de gemene gronden aan een zijde en het erfgoed van Adam de Buedel aan de andere zijde, welke cijns Anthonius, zoon van wijlen Marcelius, ten gunste van Maria en van de wettige kinderen van Marcelius en Maria, van Petrus, zoon van wijlen Johannes Zebertssen, verkregen had. Petrus had als onderpand voor de betaling van die cijns een huis, erf, hof en achterhuis in de Vuchterstraat over die Moelenbrug tussen het erfgoed van Petrus Janssen, koperslager, aan een zijde en het erfgoed van Henricus Stoop aan de andere zijde aangewezen. Vervolgens had Judocus aan Petrus, zoon van wijlen Willelmus, zoon van wijlen Johannes Pauwelssen deze cijns overgedragen. De laatstgenoemde Petrus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan magister Nycolaus Kuyst ten gunste van Henrica, weduwe an Nycolaus, zoon van wijlen Henricus de Heuxtem, anders genoemd de Delft, overgedragen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1429

1528 maart 7

Erardus de Marcka, kardinaal en bisschop van Leodium, oorkondt dat Petrus de Fine, bisschop van ?, augustijn, met zijn toestemming Adrianus Martini, kapelaan van de Sint-Jan, tot diaken heeft gewijd op 7 maart 1528.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1024

1528 maart 28

Erardus de Marcka, kardinaal en bisschop van Leodium, oorkondt dat Petrus de Fine, bisschop van ?, augustijn, met zijn toestemming Adrianus Martini, kapelaan van de Sint-Jan, tot priester heeft gewijd op 28 maart 1528 en dat hij hij geļncardineerd is in het bisdom Leodium.
Zegel: 3 kleine fragmenten.
Nummer: 1025

1528 juni 22

Henricus de Broechoven en Anthonius Belarts, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van Adrianus de Strijp, aan magister Petrus de Os ten gunste van de beneficianten in de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 5 £ uit een huis en erf met zijn rechten en afhankelijke goederen Inde Dravelgass tussen het erfgoed van Symon Jacopssen aan een zijde en het erfgoed van Everardus de Berlicum, die scaelmeker, aan de andere zijde, welke cijns Judocus, zoon van wijlen Johannes de Veen, aan Petrus, zoon van wijlen Engbertus vanden Keer, goudsmid, verschuldigd was ten gunste van hem en ten gunste van Paulus, Franco, Geertrudis en Cornelia, kinderen van Petrus, en welke cijns Johannes, zoon van Adrianus, van Paulus, Franco, Geertrudis en Cornelia verkregen had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Joducus zijn recht op terugkoop houdt.
Zegels: linkerzegel groot formaat, rechterzegel klein formaat.
Nummer: 1026

1528 juli 18

  1. Johannes ... die Becker filius quondam Mathie medietatem cuiusdam domus aree et orti olim Jacobi vander Merendonck ... in vico
  2. Orthensi inter her. Henrici de Ophoven e.u.l. tendendum a dicto vico ... usque ad Dyesam ibidem retro currentem. Item duo iugera
  3. ... in parrochia de Lyttoyen ad locum ... den Enghe inter her. heredum quondam Bernardi Arntssoen e.u.l. et inter communem plateam
  4. e.a.l. et fine utraque. Item duo iugera terre ... in dicta parrochia in loco ... Inden Hoefslach In Jans hoeve van Macharen
  5. inter her. seu fossatum prepisoture de Merssen e.u.l. et inter her. Godefridi Clynge cum pluribus alijs e.a.l. tendendum cum uno
  6. fine ad her. Arnoldi de Kouwen et cum alio fine ad her. Henrici Peterssoen. Item adhuc duo iugera terre in dicta parrochia in loco
  7. ... Inden Noddenhoevel inter her. Mense Sancti Spiritus in Buscoducis e.u.l. et inter her. herdedum quondam Theoderici de Os cum pluribus alijs
  8. e.a.l. Tendendum cum uno fine utroque ad communes vias. Item adhuc duo iugera terre ... in dicta parrochia in dicto loco Inden Noddenhoevel ... Item adhuc
  9. domum aream et ortum cum suis attinentijs ... in dicta parrochia inter aggerem Mose e.u.l. et ... communem plateam e.a.l. tendendum ab her. heredum
  10. quondam Udonis de Bruheze ad her. Laurencij Boyen et suorum liberorum. Item adhuc campum terre ... den Wert ... in dicta parrochia ad locum ...
  11. opten Uuyterdyck inter her. Ottonis de Bruheze e.u.l. et inter her. Hillegondis de Broegel e.a.l. tendendum ab aggere usque ad Mosam. Item
  12. adhuc 1½ iugera ... in dicta parrochia in quodam campo ... die Breede twenen in duabus pecijs ibidem, de quibus 1½ iugeribus
  13. ... unum iuger ... situm est iuxta her. Bernardi Dircxsoen cum u.l. et iuxta her. Henrici Willessoen e.a.l. et tendet cum uno fine
  14. ad ... den Polredyck et cum alio fine ad her. Geertrudis Tyelmans. Et dimidium iuger ... predictum ... iuxta her. dicti
  15. Bernardi ... cum uno latere et iuxta her. dicte Geertrudis cum utraque fine. Item adhuc ½ iuger terre ... in dicta parrochia in quodam campo
  16. ... den Ertsetel. Item adhuc campum terre dictum Bouwenshoevel ... in parrochia de Empel quator iugera terre ... inter communem
  17. aqueductum e.u.l. et inter quandam her. den Groeten Hoevel e.a.l. tendendum a communi platea ad quandam her. ... den Hoevel
  18. spectandem ad Elisabeth relictam quondam Theoderici Henrixsoen cum pluribus alijs quos medietatem domus aree et orti in vico Orthensi sit. Necnon dicta duo
  19. iugera terre duo et duo iugera terre et duo iugera terre ac domum aream ortum cum suis attinentijs in dicta de pįr. de Lyttoyen sitos Necnon dictum campum terre
  20. 1½ iugera et ½ iuger ... ac campum terre Bouwenshoevel vocatum predictos dictus Johannes die Becker erga Marcelium de Kryeken
  21. beeck per iudicem mediante sententia scabinorum in Buscoducis emendum acquisierat ... leg.
  22. et her. supportavit Petro vanden Eeckhout filio quondam Geldonis vanden Eeckhout ad opus sui et Zegero filio Johannis, filij quondam Godefridi de Hedel
  23. ad opusm eiusdem Johannis sui patris et et magistro Johannis vander Stegen Juniori ad opus Johannis ... Sterckenborchs et ad opus confraternitatis B.M.V.
  24. in ecclesia sancti Joh. ... et ad opus fabrice dicte ecclesie et capituli eiusdem ...
  25. deponet omnino. Salva tamen
  26. dicto Johanni de Becker et sibi reservata sua actione de et super promissione olim Zoete filie quondam Johannis de Bladel, priori uxori dicti Johannis die Bercker
  27. infirmia seu supportatione cuiusdam domus anterioris olim Lamberti vanden Hezeacker ... iuxta vicum Vuchtensem infra ... Vospoirt per eundem
  28. Lambertum vanden Hezeacker facta ...
  29. Testes ... sc. in Buscoducis Henricus Pelgrom, filius Theoderici et Anthonius Belarts. Datum 18 juli
  30. 1528.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1683

1528 september 22

  1. zy condt ende kennelicke eenen yegelicken Alzoe Wouter zoen wilneer Jan
  2. Wouterssoen was gericht met vonnesse der scepenen in sHertogenbosch tot huys erve
  3. ende hoff ende afterhuys by malcanderen liggende eertyts Jans zoen wilneer Peters
  4. Cortten gelegen ... opt Hynthamereynde byder capellen van Sint
  5. Anthoenis aldaer tussen erffenissen Henricx genoempt gemeyntlick inde Reysnaelt
  6. aen deen zyde ende tusschen erffenissen der voirseyde capellen ... aen
  7. dander zyde overmits gebreck der betalingen eens erfchyns van twentich pondem
  8. ende een halff pont paeyments welcken chyns voirseyde Willem zoen wilnere Willems
  9. Verwyst geloift hadde ... te betaelen den voirseyde
  10. Wouteren ...
  11. van ende uuyt den voirscreven onderpanden eertyts voer den voirscreven erfchyns den voirseyden
  12. Willemen uuytgegeven van Wouteren voirscreven voer den voirscreven chyns ende zekere
  13. andere lasten gelyck in scepenen brieven vanden Bosch ...
  14. waer aff den daet begrypt den seven ende twentichsten dach
  15. der maent van julio ... duysent vyfhondert vyfthiene
  16. Ende soe die voirseyde erffenissen met eenen coep van recht gesleten syn ende den
  17. coep van dien beiaert ende bedaight wesende alst blyct byden vonnesboeck berustende
  18. onder die secretaryssen der voirseyde stadt wesende vanden date sesthien dage
  19. in septembri inden jaer ons Heeren duysent vijfhondert seven ende twentich claer-
  20. licke begrepen staet ende den platten lande opte gewonnen erven gemaict ende
  21. omme die ten hoichsten ... te vercoepen. Soe is die voirseyde Wouter
  22. inden jaere duysent vyfhondert achtentwentich den tweendetwentichsten dach der
  23. voirseyde maent van septembri gecompareert ...
  24. ende
  25. heeft aldaer oipentlick die voirseyde erffeniss ten boerde geset
  26. ... biedende daer voer ...
  27. twee ende veertich ende eenen halven gulden ...
  28. ende die oosten van
  29. recht daer op gegaen ende te gaene. Item die voirseyde Wouter heeft hier alnoch meer
  30. voer geboeden twentich pont ende een halff paeyments eens presenterende bynnen
  31. veerthien dagen nae dien ... zall wesen eenen yegelicken ouder van
  32. date wesende te voldoen ende te betalen hier inne oick gecondicioneert ...
  33. ende bevoirwairdt dat off alhier yemondt der coep der voirseyde erffeniss ten boerde behouden
  34. hebbende bynnen de veerthien dagen nae dien ...
  35. eenen yegelick die hy verbuet hedde nyet en voldede noch en betaelde dat hy vanden
  36. coep der voerseyde erffenissen zall wesen beroeft ... ende die geene aenden coepe
  37. zall bliven die daer te voeren geboden zall hebben ende allet achtervolgende der
  38. voirwairden voirseyde ende oick eermen daer ennige veste ofte opdracht aff zal gehouden
  39. wesen te doene. Item die voirseyde Wouter presenteert rekeninge te doene vander hueren
  40. der voirseyde erffenissen bynnen den tyde der voirseyde opwynningen verscheenen. Item ... Wouter
  41. biedt hier alnoch meer voer eenen karolus gulden ... Item
  42. Daniel van Vlierden als gemechticht biedt daer alnoch meer voer tweeendetwentich
  43. karolusgulden ... Item Arnt Noet ende Gerit die Wael hebben
  44. hier alnoch achtervolgende der voirseyde voirwairden geboden twentich gulden presenterende
  45. te betaelen ende te voldoen alle die gheene die ouder van date syn ende voirts
  46. allen den gheenen die hier meer voer geboden hebben gehadt. Item die voirscreven
  47. Arnt Naet ende Gerit die Wael hebben opte alle voirgaende voirwairden ...
  48. alnoch hier meer voer geboden twelff karolus gulden ...
  49. Ende syn die zelve Arnt Naet ende Gerit Wael ...
  50. aenden coep gebleven ...
  51. waeren als getuygen Joest van Ouwen Claes Geelmans Gerit Wouterssoen
  52. vander Hoeven Peter Bits
  53. Et ego Daniel de Vlierden junior filius Danielis clericus
  54. Leodiensji diocesis ...
Nummer: 1684

1528 november 27

  1. ... Quod Anno a Nativitate Eiusdem Domini 1528
  2. ... mensis novembris die vicesimaseptima ...
  3. personaliter constituti ... honorabiles domini frater Helyas de Oesterwijck, prior et frater Wilhelmus Heze, (procreator ?) conventus
  4. cruciferorum in opido Busciducensi pro dicto conventus ex una ac honorandi viri Godefridus Symonis, magister fabrice ecclesie sancti Johannis ... ex secunda, Godefridus Middegael, provisor
  5. conventus minorum opidi predicti et Martinus Tymmerman nomine mense Sancti Spiritus eiusdem opidi ex tercia, Wilhelmus Ghijsberts bladorum. Johannes Ariens van Strijp Orthensis, Petrus Cangieter et
  6. Judocus Goris Hijnthamensis, Gerardus Wouters Vuchtensis respective troncorum pauperum inibi habitandes et degendes provisores ex quarta, Embertus Henricxsoen ei Bartholomeus Janssoen seu captivorum gubernatores
  7. ex quinta partibus dicte partes nominibus quibusssupra exposuerunt qualiter quondam Cristina, relicta ... Rutgeri de Kessel, filia quondam Ghijsberti dicti Scaep in suo quod condidit testamento
  8. supercrescentes bona sua her. dicto suo testamento ... completi et satisfacit pie propter Deum et in puram elmosinam ... legavit B.M.V. nove in
  9. ecclesia sancti Joh. pro 4 cors bus seu troncis videlicet Hijnthamensis, Vuchtensis, ad pontem bladorum et Orthensum pauperibus inibi commorans ut moris est distribuendos pro secunda
  10. conventui Cruciferorum predicto, pro tertia parte captivorum seu captivis pro intertione eorundem pro quarta ac conventui minorum mediatim et Mense Sancti Spiritus mediatim predicta, pro quinta
  11. partibus ab eisdem per et post mortem dicte Cristine suarumque prolium inquantum eedem sine proles ... post se rernanendes leg. decesserint hab. ... et poss. ac in illo persenteram
  12. et ertia illius revocationem vite sue dieni clausit extremum dicto testamento et certis prolibus postv se relicti. Quodquod depost quondam domicella Gertrudis relicta quondam Johannis de Gerwen filia
  13. dictorum quondam Rutgeri et Cristine tamquam ultima superstes prolium eorundem Rutgeri et C. ... testamentum ... Cristine dicte quondam Cristine sue matris confirmandum ...
  14. dicta supercrescentia bona her. memorate sue matris in dicti 5 partes iuxta pium desiderium ... in suo quod condidit testamento
  15. prout hec et alijs legittimis constare feceruni documentis. Quaprop ter dicte partes nominibus quibussupra huiusmodi ultimis respective voluntatibus ... dictarum ... Cristine et domicelle
  16. Gertrudis de bonis her. ex domo mortuaria dicte quondam domicelle Gertrudis et per ... dominum et fratrem Helijam de Oesterwijck priorem cruciferorum
  17. et Henricum Gielis magistrum maioris hospitali ... testamenti ... dicte quondam domicelle Gertrudis executores et manufideles in medium adducti producti et exhibiti
  18. tam pro se quam eorum successoribus certam inter se conceperunt ... et fecerunt divisionem ... in modum ... subsequendum INDEN IERSTEN is te deele gevallen der Tafelen
  19. vanden Heijligen Geest ende het convent vander minderbruederen in D.B. voer een deel ende der der gevangen porte die gevangen daer op liggende voer het ander gedeelt
  20. ierst eenen erfpacht van vier mud rogs ... uuyt versceyden erffenissen tot Uden ... ende
  21. al nu jaerllix geldende is Derick Danels tot Uden woenende welcke pacht van vier mud roggen Cristina van Kessel tegen Arntden Wouterssoen et Goijaerden Strijck wijtelijcke ende erffelyke
  22. gecoft heeft ...
  23. als blijct bij twee scepenenbrieven der stadt vanden Bosche, 7 mei
  24. 1456 (feria sexta post dominicam Vocem),
  25. 2e 11 maart sabbato post dom. Oculi 1457.
  26. Is noch den selven ten deele gevallen eenen camp van twee mergen hoijlans inde gemeyn hoeven onder die paerochie van Nulant tussen den erve tebehoerende
  27. der vicarien van Geffen aen die een zijde ende tussen (er staat niets!) aen die ander zijde streckende met den eenen eynde vanden hoefdijck tot tSertogen
  28. weteringe toe ende heeft over menich jaeren gebruijct Gijs Engbrecht ende zijn enkelingen. TEN ANDEREN zoe is ten deele gevallen den vier blocken te wetende Corenbrugge, Hinternerstraet,
  29. Orthestraet ende Vuchterstraet den armen daer onder woenende inden iersten eenen erfpacht van 6 sester roggen ... jaerlix heffende is tot Os ter plaetsen
  30. ... Loevelt uuijt 13 loepen lans aldaer liggende welcke pacht voerseyde Cristina wedue Rutgers van Kessel tegen Arntden vander Stegen, soen wilnere Diricx vander Stegen in coop vercregen heeft ...
  31. Is noch den selven te
  32. deele gevallen eenen gelijken erfpacht van 6 sester roggen ... heffende is inde parochie van Berchem uuijt eenen camp geheijten den Daems-
  33. Camp, acht loepensaet groot gecoft byder selver Cristinen tegen Lambaerden soen Gerarts geheijten vanden Camp ...
  34. welke voerseyde pacht te gelden plagen Henrick vanden Hoeck ende Jan Ruelens ende nu als bruijker vanden
  35. onderpanden gilt Jan vanden Peel. Is noch den selven te deele gevallen eenen erffpacht van vier sester roggen ... heffende is uuijt huijs, hoff
  36. ende erve toebehoerende der wedue ende kijnderen Alarts van Maren, bontwercker, liggende inder parochie van Roesmalen ter plaetsen ... Bruggen, welke voerseyde pacht Rutger van Kessel, soen wilnere
  37. Jans tegen Jacoppen van Kessel soen wilnere Jacops vercregen hadde ...
  38. welke voerseyde pacht al nu jaerlix geldende is die wedue van Alarts van Maren. Is noch den selven te
  39. deele gevallen eenen mergen lans van eenen camp van drie mergen ... ontrent die Diept after Orthen opt Eijdhijnens tussen den erve convents van Coudewaeter opt een zijde ende
  40. tussen den erve van Jan Wijge aent ander zijde streckende met den eenen eijnde vanden erffenissen meester Goijarts van Eijck, rentmeester, totten erve den erfgenamen Lamberts vanden
  41. Hezeacker, welken voerseyde camp al nu in hueren heeft Dirick van Os. Selen noch hebben het dorde gedeelt van eenen chijns van 8 cronen jairlix ...
  42. gecoft jairlix ende erffelick bij Cristina van Kessel op die stadt vanden Bosche waer van men die betalinge vereijst
  43. aen den rentmeester vanden domeijnen ons genedige heer den hertoge van Brabant. Sullen noch hebben het dorde gedeelt van 2 £ ... erffchijns diemen jairlix heffende is
  44. uuijt huijs ende erve wijlen Jans Claessen leijdecker staende inde Ververstraet tussen den erve Derick Willemssoen aen die een zijde ende Neesken Buijkentop, begijne, aen die ander zijde.
  45. Ende hier toe noch 15 carolus guldens ... renten ende dit voer het dorde gedeelt aende porcie. INSGELIJCS is te deele gevallen ons
  46. nij Liefvrouwe Inder kercken van Sint-Jans evangelist off den provisoers der selver eenen erffpacht van twee mudden rogs ...
  47. uuijt der hoeven eertijts toebehoerende Jouffrouw Roeloeff, dochter Rutger Berwouts ... tot Roesmalen ende nu jaerlix betalen jouffrou Marie ende Katherine
  48. Berwouts, gesusteren opten Beghijnhoff woenende. Is noch der selver te deele gevallen eenen mergen lans vanden voerseyde drie mergen after Orthen opt Eijndthijnis ende het dordendeel
  49. vanden voerseyde chijns van 8 cronen op die stadt vanden Bosche. Ende het dordendeel van 2 £ uuyt den huijse van Jan Claessoen voerseyde. Ende daertoe vijfthien
  50. carolus gulden ... vanden gehaven ende verschenenen renten ende pachten. Ende dit voer het vierde gedeelt ende porcie. TEN LESTEN is ten deele gevallen het convent vanden
  51. cruijsbruederen binnen der stadt vanden Bosche ierst enen erffpacht van eenen mud rogs ...
  52. uuijt zekere gueden toebehoerende der Tafelen vanden Heijligen Geest bijnnen der stadt vanden Bosche gelegen onder die parrochie van Geffen. Ende noch eenen gelijken pacht
  53. van eenen mud rogs ... uuijt huijs, erve ende hove met sekere erffenissen daer aen liggende ontrent
  54. vijff loepens saet groot ... inde parrochie van Berchem ende nu jaerlix betaelt Dirick vanden Hoeck by Cristina van Kessel vercregen tegen Lambarden IJsebrans vanden
  55. Camp gellijck blijct bij enen scepenenbrieff vanden Bosche ...
  56. Is noch den voerseyde convent ten deele gevallen eenen mergen lans vanden voerseyde drie mergen after Orthen opt Eijndthijms.
  57. Noch het dorde gedeelt inden chijns van 8 cronen op die stadt vanden Bosche. Ende het dorde gedeelt inde 2 ponden payments uuijt den huijse Jan Claessoen voerseyde ende
  58. 15 carolus gulden eens vanden gehaven renten ende pachten ende dit voer het vijfte gedeelt ... die partijen voergenoemt ...
  59. geloeft ... die voerseyde deijlinge ...
  60. ende allen lasten scaede ende commer die opte voerseyde gedeijlde gueden soude moegen comen ...
  61. tsamen der hant te dragen
  62. hebben noch geloeft die partyen voer op inden naeme
  63. als voere ... den wasmeesteren ... van Sinhte Joris capelle binnen der stadt vanden Bosche allen alsulken gueden hier onder vercleert
  64. ... tot eender daigelixe misse bij Cristina van Kessel uuyt allen hueren erfgueden gefundeert
  65. inden iersten eenen chijns van 3 £ ... uuijt eender hoeven tot Heeswijck ter plaetsen Rutven toebehoerende
  66. Derick (Worders ?) Noch 10 £ ... inde Hintemerstraet uuijt den huijse van Peter die Cangieter naest den huijs van Megen. Noch 6 £
  67. uuijt den huijse Henrick Beijens inde Hintemerstraet. Noch 8 £ uuijt den huyse van Hubert Pouwels inde Vuchterstraet, noch 12 £ uuijt den
  68. huijse van Jan Ghijsberts inde Carstrate. Noch 18 £ tot Berlicom bij Rut Ruelen ende Mathijs Laureijssoen uuijt sekere onderpanden ...
  69. Noch 3 £ ... die de kijnderen van Oda Folken betalen tot Berchem. Noch 12 £ ... die de Cruijsbruederen vanden Bosche geldende uuijt hoerder
  70. hoeven tot Vechel ... Noch een mud rogs dat Jan Gerits tot Berlicom jaerlix geldende is ende een mud rogs maete van Oerschot dat Derick van der
  71. Hoeven, soen wilnere Arnts vander Hoeven uuijt zijnen huijse, hoff ende erve inde Vloet gelegen is ...
  72. Acta fuerunt hec in
  73. in conventu cruciferorum in quadam camera ... presentibus ibidem ... Francisco
  74. filio Mathei Cruijsten, Johanne Janssoen vanden Laer, Thoma Jacopssoen van Werdt et Thoma Geritsoen, civibus dicti opidi ...
  75. Et ego Johannes Johannis de Balen, presbyter Leodiensis dyocesis ... notarius ...
Nummer: 1821

1529 maart 18

anno Domini millesimo quingentesimo vicesimo octavo

Willlemus de Oss en Anthonius Belarts, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Godefridus Peterssen, en Arnoldus, zoon van wijlen Arnoldus Marcelissoen, aan Margareta, weduwe van Lambertus Bogart, verkocht hebben een erfcijns van 5 carolus gulden waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Sint-Geertrudis uit:
  1. 1½ morgen van Petrus in de parochie Littoyen in een zekere kamp Ten Breeden Tweenen tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Henricus de Daventria aan een zijde en het erfgoed van Henricus Goyartssen aan de andere zijde, zich met beide einden uitstrekkend tot aan het erfgoed van Godefridus vanden Graft,
  2. huis, erf en hof van Arnoldus in de Orthenstraat naast de buitenste poort tussen de stadsmuur aan een zijde en het erfgoed van Henricus Arntssen aan de andere zijde, zich met het voorste einde uitstrekkend tot aan de voornoemde straat,
met als lasten de grondcijns en 20 £ aan (niet gespecificeerde) personen of instellingen.
Dorsaal: folio 275, numero 1.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1430

1529 mei 12

Willelmus Pynappel en Goesswinus vanden Stegen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Jacobus, zoon van wijlen Henricus Danielssen, aan Godefridus, zoon van wijlen Johannes Voegels, verkocht heeft een erfcijns van 1 karolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Allerheiligen uit het huis, erf en hof van de verkoper in de Sint-Jorisstraat tussen het erfgoed van Nycolaus die Spelmaker aan een zijde en het erfgoed van Vrouwe Katherina, weduwe van Johannes de Os, zoon van wijlen Hermannus, en haar kinderen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan de Mortelgrave met als lasten:
  1. een grondcijns van 2 stuvers,
  2. een erfcijns van 6 rijnsgulden aan Johannes Willemssen,
  3. een erfcijns van 23 stuvers aan het kapittel van de Sint-Jan,
  4. een erfcijns van 5 stuvers aan de Tafel van de Heilige Geest.
Dorsaal: Godefridus filius quondam Johannis Vogels een gulden tsiaers in ende uuyt eenen huyse staende in Sint Jorisstraet by Masseriels over.
Zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 1027

1529 juli 28

Goeswinus vander Stegen en Anthonius Belarts, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Angelus, genaamd Engelen vanden Hemelgeest, aan heer Theodericus Kepken, priester, zoon van wijlen Reymboldus, verkocht heeft een erfcijns van 1½ carolusgulden uit een zekere kamer met zijn grond en een daarachter aansluitend stuk onbebouwd erfgoed van de verkoper in de Putstraet tussen het erfgoed van Hermannus Oems, smid, aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Petrus Janssen van Berlicum, schoenmaker, aan de andere zijde, zich uitsttrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed van Johannes die Verwer met als lasten verscheidene erfcijnzen tot een bedrag van 3½ rynsgulden aan verscheidene (niet gespecificeerde) personen.
Dorsaal:
  1. Eenen gulden en X stuvers tsiaers die neefken Berbiers ten bos ut een huis inde Putstraet ghilt Dierick Danelssen,
  2. folio 53,
  3. Numero 88 (Vander Weeghe),
  4. folio 41 verso,
  5. folio 74 Numero Putstraat,
  6. ... ghilt Jan Engelen nu Berbers ten Bosch in die Putstraet Lisbeet Berbiers.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1028

1529 juli 28

Willelmus de Os en Goeswinus vander Stegen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, weduwe van Theodericus, zoon van wijlen Hermannus vanden Broeck, daartoe gemachtigd door het testament van Henricus, aan magister Nycolaus Kuyst, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht heeft een erfcijns van 2 karolusgulden uit haar helft in een zekere kamp Den Moerhem buiten de Koepoort bij de plaats Die Pompe op de plaats Inden Nyewan Polre tussen het erfgoed van het convent van Sint-Gertrudis in de Orthenstraat aan een zijde en het erfgoed van Lucas de Amerzoyen aan de andere zijde, zich met een einde uitstrekkend tot aan het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Matheus de Berze met als last een erfcijns van 4 £ op die gehele kamp. De verkoop heeft plaatsgevonden op de volgende voorwaarden:
  1. De cijns moet door de meesters van de kerkfabriek aangewend worden overeenkomstig de inhoud van het testament van wijlen Gertrudis de Zittart.
  2. De verkoopster kan deze cijns altijd terugkopen met een bedrag ineens van 39 karolusgulden en met de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1431

1529 november 17

Jan van Vladeracken en Adriaen van Eyndhouts, schepenen in sHertoigenbosch, oorkonden dat Henrick van Broechoven, als meester van het Grootziekengasthuis, heeft verklaard ontvangen te hebben 100 carolusgulden ten gunste van dat gasthuis van Tielman vanden Broeck en Jonffrouwe Mechteld, zijn vrouw, dochter van wijlen Arnts Geritssen van Vladeracken, uit handen Janszoen wijlen Jans Arntssen van Vladeracken om van die 100 gulden ten allen tijde elk jaar voor 6 carolusgulden olie te zullen kopen om die te laten branden ten gerieve van de zieken in dat gasthuis. En als het Grootziekengasthuis deze verplichting niet nakomt zullen de 100 carolusgulden verbeurd verklaard worden en voor de ene helft gaan naar de kerkfabriek van de Sint-Jan en voor de andere helft naar de Tafel van de Heilige Geest.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1432

1530 juli 24

Willelmus de Achel en Arnoldus Monix, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Theodericus de Kessel, zoon van wijlen Johannes de Kessel, en Martinus, zoon van wijlen Willelmus sBruynen, aan Maria, dochter van wijlen Johannes de Doerne, verkocht hebben een erfcijns van 5½ rijnsgulden op het feest van Sint-Jacobus, apostel, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf daags na dat feest over een jaar uit:
  1. een zekere kamp van Theodericus, die deels uit akkerland, deels uit weideland bestaat, in de parochie Zoemeren op de plaats Aent Slyven tussen het erfgoed van Reynerus Martenssoen, kramer, aan een zijde en het overige erfgoed van Theodericus aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Johannes Roefs en verscheidene anderen tot aan het erfgoed van Reynerus,
  2. alle goederen van Martinus.
Dorsaal:
  1. Nume o 58 (Vander Weeghe),
  2. 129,
  3. folio 111 verso,
  4. ? bij Daniel,
  5. (Jansen ?).
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1433

1530 augustus 14

inden choeren Onser Liever Vrouwen achter den altaer staende inder kercken van sinte Jans

Notaris Adrianus Zegeri de Ruyther, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat heer Lambrecht Claeszoen, beneficiant van de Sint-Jan, als erfgenaam van wijlen Jan van Berlyken, aan Jan Aertszoen van Scijndel, Jan Weygerganck en Emont Damen, als dekens van het Onze Lieve Vrouwe-altaar in de Sint-Jacobskapel, overhandigd heeft 3 schepenbrieven betreffende een erfcijns van 4 £ uit een huis, erf en hof in de Dieptstraet tussen het erfgoed dat vroeger was Goessen Model vander Donck aan een zijde en het erfgoed van Henrick Back aan de andere zijde, welke 4 £ samen met andere andere £ gedoteerd waren voor missen op dat altaar voor het zieleheil van Jan van Berlyken en andere stichters en weldoeners van dat altaar. Met als getuigen: Hubertus Janssen die zeysemeker en Johannes Hoze, zoon van Everardus.
Dorsaal:
  1. Dit sijn de brieven van 4 pont payment inde Dieptstraet numero 6 (Vander Weeghe),
  2. Lenart Back inde Dieptstraet IIII pont payment,
  3. folio 34 verso,
  4. folio 22 verso,
  5. Nieuw Legger folio 68,
  6. folio 43.
Nummer: 1496

1531 januari 11

Jan vanden Laeren, Dirick van Voert, Jan Stansen, Arnt Henricksen, Melys Peterssen, Ardt Erdens en Gerart vanden Acker, schepenen in Arle, oorkonden dat Peter Wilhem Joerdenssen aan Thomas Reynders soen verkocht heeft een stuk land, Den Slyckecker, in die parochie van Arle met een zijde naast het erfgoed van Onser Liever Vrouwen vanden Bosche en met de andere zijde naast het erfgoed van Lambrechs Art Geritssen en zich uitstrekkende vanaf het erfgoed van Jan Moyen soen tot aan het erfgoed van Onser Liever Vrouwen.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1029

1531 januari 28

Lambert Jan Rutgersen, Jan Geritsen, Anthonis vanden Hoevel en Gorys Didden, schepenen in Oss, oorkonden dat Jacop Diddensoen aan Jacopsen, zoon van wilen Henrick Lambartsen en Lisbetten Beuken, en al zijn broers en zussen heeft verkocht het vierde deel van een huis en hof, 1 maudersaet groot, in de parochie Oss op Anostel tussen het erfgoed van Lambart Peter Smysdt aan een zijde en het erfgoed van de kopers aan de andere zijde voor een erfcijns van 30 stuvers. De verkoop heeft plaatsgevonden dat de verkoper deze cijns altijd mag terugkopen met 25 carolusgulden, de jaarcijns en de achterstallige cijnzen.
Dorsaal Os 1:10:0 folio 102.
Zegels: fragment.
Nummer: 1030

1531 april 26

Acta ... in loco sepe dicte testatricis situato sub parochia et dominio de Boextel in longea platea iuxta ... die Logenbrugge

Notaris Guilielmus de Campo, vicecureit van Boextel, instrumenteert dat Vrouwe Elizabeth Spijkers, weduwe van Johannes de Erkel, inwoonster van Bocxtel, haar testament heeft gemaakt waarin zij het volgende heeft bepaald:
  1. Zij wil een kerkelijke begrafenis hebben.
  2. Zij wil aan de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik eenmaal 1 stuiver geven.
  3. Zij wil geringe gebruiksvoorwerpen aan haar huispersoneel geven wegens vrome werken en nog te geven liefdesdiensten.
  4. Nicolaus Spirinck, inwoner van Gestel bij Herlaer, is een lijfrente van 15 rijns gulden verschuldigd, waarvan zij de laatste 4 jaar maar 1 gulden gekregen heeft. Van het geld dat hij haar nog verschuldigd is wil zij dat haar schulden en begrafenisrechten betaald worden. Van de rest van zijn schuld wil zij aan de kerkfabriek van de Sint-Jan en de armen van het Grootziekengasthuis geven, de andere helft aan de fabriek van de Sint-Petrus in Bocxtel en de huisarmen van diezelfde plaats. De magisters Arnoldus de Leeuw, kanunnik van Boextel, en bovengenoemde Guilielmus zullen voor de bedeling aan de armen zorgen.
Met als getuigen: magister Theodricus Vos en Guilielmus, zoon van Johannes, van wijlen Lucas, boer de Boextel, inwoners van Boextel.
Nummer: 1434

1531 april 27

Henricus Kuyst, zoon van Gerardus, en Adrianus de Eyndhouts, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Jacobus vander Vorst, zoon van wijlen Johannes vander Vorst, wettige echtgenoot van Elysabeth, dochter van wijlen Ghysbertus Geritssen, aan Henrica, dochter van wijlen Godefridus Wynricx, begijn van het Groot Begijnhof in Den Bosch, verkocht had een erfcijns van 1 gulden en 5 stuvers uit 7 hont moerasgrond van de verkoper in de parochie Kessel in een zekere kamp Loykenshoeve, 10 morgen groot, tussen het erfgoed van Johannes, zoon van wijlen Marcelius de Ekart aan een zijde en het erfgoed van Johannes, zoon van Ghysbertus, aan de andere zijde. De verkoopster is voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met 20 carolusgulden, met de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen uit die cijns, op voorwaarde echter dat de verkoper deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigt.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1435

1531 juni 19

Henricus Kuyst, zoon van Gerardus, en Henricus Dachverlies, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus Symonis en Willelmus Pynappel, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, en als zodanig gemachtigd, aan magister Petrus de Os verkocht hebben een erfcijns van 10 karolusgulden, als gevolg van de uitvoering van het testament van wijlen Goeswinus vanden Broeck, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper over een jaar uit alle goederen van de fabriek. De verkoop heeft plaatsgevonden onder de volgende voorwaarden:
  1. De uitvoerders van dit testament of degenen die hiertoe afgevaardigd worden zullen deze cijns verdelen aan de huisarmen of daar waar het hen nodig schijnt.
  2. De meesters van de kerkfabriek zullen deze cijns altijd kunnen terugkopen met 200 karolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1436

1531 november 3

  1. dat inden jaere desselfs ons Heeren duysent vyfhondert een ende dertich ... den dorden dach novembris ...
  2. die eersaemen ende voirsienigen Aeleyt Geerlix dochter van Nulandt, wedue ... Henrix van Lynter
  3. selliger borgersse ende inwoendersse der stadt van sHertogenbossche ...
  4. ordonnatie van testamente ...
  5. hair begraeffenisse ter
  6. minderbruederen by hair auwers ...
  7. der fabrycken sunt Lambrechts tot Luydick drie stuvers eens ende der fabrycke Sint Jans ... soeven stuvers eens
  8. Item onder meer andere legaten ... diverse persoenen ende goedertieren plaetsen beset ende gemaeckt synde vervolget aldusdan
  9. inghe clausule als hier nae van woerde tot woerde volgen sall. Item tot beter onderhouwinge eenden erffwessen kersse opten
  10. oxael ... in Sint-Jans ... beset syn by Geerlicken van Nulandt haeren vader selliger soene wilneer
  11. Willems van Nulandt alst selve blyct in een openbaere instrument voir ... notaris Johanne soen
  12. Jan Willemssoen van Balen wair toe Geerlick voirseyde nyet meer gemaect en heeft dan ses pondt goets wasch alle jaer erffelick uuyten
  13. huyse inden Spiegel voirseyde ende want dan die kerssen opten voirseyde oxael staende nu tot meer tyden ontstecken worden ...
  14. heeft testatrix voirnoemde bezet ... ses brabantsche penningen stuvers gemeynlick genoempt erffelick ende ewelick ...
  15. te staende ... opt voirnoemde huys inden Spiegel ...
  16. Item nae diverse clausulen volget mit eynde aldus Op dat dan dit hair tegenwoerdich testament in allen synen pointen
  17. effectelick volbrocht solde worden soe heeft Aleyt ... genoemt tot haeren executoer ... Thonis
  18. van Strijp haeren ... neve gevende den volcoemen macht ...
  19. ende dat hy eenen goeden eerlicken man tot han sal moigen nemen mitter selver macht ende die in allen synen saicken tsy schulden costen hairen
  20. Uutfairt ende besetzulen in hoeren testamenten bescreven te ernstenen datse corts betaelt moigen worden. Ende voirts een
Nummer: 1685

1532 februari 22

  1. In nomine Domini. Amen. Tenore presentis publici instrumenti cunctis pateat
  2. evidenter et sit notum, quod anno a nativitate eiusdem Domini millesomo quingentesimo
  3. tricesimo secundo, indictione quinta, mensis februarij die vicesima secunda, hora undecima
  4. ante prandium vel circiter, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri, domini
  5. Clementis, divina providentia pape septimi, anno suo nono, in mei notarii publici
  6. testiumque infrascriptorum ad hoc vocatorum et rogatorum presentia, personaliter constituti providi
  7. Johannes de Fladeracken, dominus temporalis de Geffen, Theodricus Borchgreve, Johannes de
  8. Erp, Godefridus Symonis, Hermannus de Daventria et Goeswinus van der Stegen, scabini
  9. zynodales oppidi Busciducensis in eorum loco zynodali consueto congregati, narrantes exposuerunt,
  10. ipsos ibidem congregatos et paratos esse, ad prosequendum in zynodali negotio huiusmodi et quoscumque
  11. excedentes et delinquentes in zynodo provocare juxta antiquam observatam consuetudinem et
  12. privilegia seu ordinationes desuper factas, inquantum quis potestatem ad hoc habens eiusdem zynodi
  13. observationes fieri prout hactenus consuetum est peteret, protestando quod per ipsos scabinos non
  14. stetit neque stat, quominus pretacta zynodus in singulis suis solempnitatibus observata existat
  15. neque observetur. De et super quibus omnibus et singulis premissis dicti scabini unum vel
  16. plura publicum seu publica a me notario publico subscripto fieri et confici petierunt instrumentum
  17. et instrumenta in forma meliori. Acta fuerunt hec in eorum loco zynodali deputato
  18. sub anno, indictione, mense, die, hora et pontificatu primotactis, presentibus ibidem egregiis
  19. ac honestjs viris, Johanne die Bever consule opidi de Buscoducis et Johanne van den Wiel,
  20. incolis eiusdem oppidi, testibus fide dignis ad hoc vocatis specialiter et rogatis.
    Et ego Henricus Loekeman de Buscoducis clericus Leodiensis .... notarius ...
Nummer: 1437

1532 maart 8

anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo primo

Willelmus de Os en Aelbertus de Daventria, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, goudsmid, zoon van wijlen Henricus die Greve, aan Stephanus Want, zoon van wijlen Henricus Want, bontwerker, wettige weduwnaar van Johanna, beloofd had te betalen een erfcijns van 16½ karolus gulden uit:
  1. een huis en erf met zijn afhankelijke goederen, namelijk een hof in de Kerkstraat tussen het erfgoed van Henricus Zybertssen, bontwerker, aan een zijde en het erfgoed van Henrica, weduwe van magister Arnoldus Zweeders aan de andere zijde,
  2. een zeker achterhuis en de genoemde hof in de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Henrica en het erfgoed van Zegerus Janssen aan de andere zijde en het erfgoed van heer Gerardus Hugonis, priester aan de andere zijde,
  3. gebruiksrecht van een zeker pad, 3½ voet groot, zich uitstrekkend vanaf die hof tot aan de Hynthamerstraat, tot aan dezelfde weg tussen het erfgoed van wijlen Herbertus Happen, goudsmid, en Arnoldus Sceymaker aan de andere zijde en tussen het erfgoed van heer Gerardus en Arnoldus Neysen aan de andere zijde,
  4. gebruiksrecht van een zekere put en andere rechten en afhankelijke goederen.
Stephanus is nu voor (bovengenoemde) schepenen verschenen en heeft aan Petrus belooft dat hij deze cijns altijd kan terugkopen, niet minder dan 5 gulden uit de cijns 16½ gulden, namelijk die hele cijns met 330 karolusgulden, en die erfijns van 5 gulden naar verhoudingen en met de cijns van het jaar van terugkoop en de eventuele achterstallige cijnzen, op voorwaarde dat Petrus deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigt.
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden, toen Petrus ... had beloofd ... dat Stephanus nu voor hen is verschenen en van zijn kant aan Petrus heeft beloofd, dat hij de cijns ten allen tijde zal kunnen terugkopen, ofwel heel de cijns in een keer ineens ofwel bij gedeelten, maar dan niet minder dan 5 gulden van de cijns van 16½ gulden, en wel op de volgende voorwaarden:
  1. de heele cijns te voldoen met 330 karolusgulden en de gedeeltelijke cijns van 5 gulden naar verhouding (bij deze lossing wordt de philipsgulden gerekend voor 25 stuivers, 't dobbel vuurijzer voor 2¼ stuiver en de andere munten navenant),
  2. bij de lossing moet ook de cijns van het lopende jaar betaald worden,
  3. eventuele achterstallige cijnsbetalingen moeten voldaan worden,
  4. en Petrus moet de lossing een half jaar van te voren aankondigen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1438

1532 maart 8

  1. Notum sit universis quod cum Petrus aurifaber, filius quondam Henrici die Greve, promisisset ... soluturum
  2. Stephano Want, filio Henrico Want pellifici, relicto legitimo Johanne ... h.c. 16½
  3. karolus gulden ...
  4. ex
  5. domo et area ac suis attinentijs videlicet orto in vico ecclesie inter her. Henrici Zybertssoen, pellificis,
  6. e.u.l. et inter her. Henrice relicte ... magistri Arnoldi Zweeders e.a.l. Insuper ex domo quadam
  7. posteriori et dicto orto in vico Hynthamensi inter her. dicte Henrice ...
  8. et her. Zegeri Janssoen e.u.l. et inter her. domini Gerardi Hugonis presbyteri e.a.l. simul
  9. ex iure utendi quadam via que quidem via tres et dimidiam pedatas ... continet tendendum a dicto orto versum vicum
  10. Hynthamensem usque ad eundem vicum inter her. vero quondam Herberti Happen, aurifabri et Arnoldi ... Sceymaker
  11. e.u.l. et inter her. dicti domini Gerardi et Arnoldi Neysen e.a.l. ac etiam ex iure utendi quodam puteo
  12. ibidem constistentem ac alijs suis iuribus et attiententijs ... Constitutus igitur coram scabinis infracriptis dictus Stephanus palam recognovit et ut debitor
  13. principalis super se et bona sua ... dicto Petro repromisit
  14. quod idem Petrus dictum censum poterit redimere perpetue simul aut semel ... non minus quam quinque florenos
  15. a. et h.c. de dicto a. et h.c. 16½ florenorum, videlicet dictum integrum
  16. censum cum et mediante 330 ... karolus gulden ... et sic dictos 5 florenos
  17. h.c. ... proportionabiliter ...
  18. et cum censu anni redemptionis et
  19. arrestadijs ... Salvo quod dictus Petrus huiusmodi redemptionem per medium
  20. annum dicto Stephano preintimabit. Testes ... scabini in Buscoducis, Willelmus de Os et Aelbertus de Daventria.
  21. Datum octava die mensis marcij ... Anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo primo.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1438

1532 maart 8

Notum sit... Constitutus igitur coram scabinis infrascriptis dictus Stephanus palam recognovit et ut debitor principalis super se et bona sua omnia, ab eo ad presens habita ac imposterum ab eo habenda et acquirenda, dicto Petro repromisit, quod idem Petrus dictum censum patent redimere perpetue simul et semel aut vicissim, sed non minus quam quinque florenos annui et hereditanii census de dicto annuo et hereditario censu sedecim et dimidii florenorum: videlicet dictum integrum censum cum et mediante tricentis et triginta consimilibus florenis, karolus gulden communiter vocatis, et sic dictos quinque florenos hereditarii census predicti proporcionaliter et nae advenande dandos, videlicet in huiusmodi redemptione aureum florenum Philippi, philipsgulden communiter vocatum, pro vigintiquinque stuferis, denanium dictum 't dobbel vuerijseren, pro duobus stuferis et quarta parte unus huiusmodi stuferi, et alias denanios valuatos nae advenande secundum eandem valuationem; et cum censu annui redemptionis et arrestadiis sique proutunc restiterint solvendis de censu predicto; salvo quod dictus Petrus huiusmodi redemptionem per medium annum dicto Stephano preļntimabit. Testes interfuerunt ...
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
N.B.: verbonden met 1532 maart 8 (2x), 1566 maart 19, 1525 december 5, 1594 juni 22, 1605 oktober 15, 1439 februari 25, 1575 augustus 26 (3x), 1451 mei 4, 1509 oktober 13 (2x), 1503 oktober 25, 1457 januari 31, 1453 januari 19, 1451 mei 4
Nummer: 1438

1532 maart 8

fundi ad 5 oirtkinos
  1. et unum novenarium ascendendum, h.c. unius den. Guillelmus Thuyn ... maiori hospitali in B.D., h.c. 8 et
  2. ½ florenorum renensium Andree Want eb suis liberis ...
  3. atque pro a. et h.c. 16 carolus-
  4. gulden ...
  5. et pro primo solutionis termino
  6. a festo Nat. b.J.B. proxime futuro ultra annum ...
  7. Testes ... scabini in Buscoducis Willelmus de Os et Aelbertus de Daventria. Datum octava die
  8. mensis marcij, feria sexta post dominicam ... Oculi, anno Domini millesimo quingentesimo tricesimoprimo.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1686

1532 december 1

Mathias, zoon van Lambertus Stoeters, en Nycolaus vander Stegen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Herlaer, zoon van wijlen Johannes Henrici, aan Alardus, zoon van wijlen Adrianus vanden Loe, overgedragen had een erfcijns van 5 ryns gulden, welke cijns Emondus Aelberts, bakker, meester van de kerkfabriek van Sint-Petrus- en Paulus, namens zich zelf en namens Johannes vanden Laer, zijn medemeester, Adrianus Oems, zoon van Johannes, patroon, Theodericus de Loen, Zebertus Zebertssen, bakker, Johannes Claessen, dekens, Rutgerus de Meyensvoirt, Petrus Collart, oud-dekens van de Sint-Petrus- en Paulusbroederschap, aan Johannes de Herlaer beloofd hadden te betalen uit 7 kamers en hun grond van de kerkfabriek aan het Orthen Eyndt. Alardus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard dat hij die cijns, deels door de oud-dekens van die broederschap en deels door Petrus Collart is teruggekocht en dat hij van Petrus, als deken 9 ryns gulden en van de oud-dekens de overige penningen wegens de terugkoop van die cijns gekregen heeft.
Dorsaal: 38 (Vander Weeghe).
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1174 A

1532 december 14

  1. Notum sit universis quod cum Johannes de Herlaer filius quondam Henrici h.c.
  2. 5 ... Ryns gulden ...
  3. quem censum Emondus Aelberts pistor magister fabrice capelle
  4. sanctorum Petri et Pauli ... pro se et pro Johanne vanden Laer suo
  5. conmagistro ... Adrianus Oems filius Johannis patronus, Theodericus de Loen, Zebertus
  6. Zebertssoen pistor Johannes Claessoen, decani, Rutgerus de Meyensvoirt, Petrus Collart, anti-
  7. qui decani gilde seu confraternitatis sanctorum Petri et Pauli ...
  8. promiserant se daturos et soluturos dicto Johanni de Herlaer ...
  9. ex septem cameris et earum fundis ad dictam fabricam
  10. spectantes ... in ... het Orthen Eyndt ...
  11. her. supportasset Alardo filio
  12. quondam Adriani vanden Loe ...
  13. Constitutus igitur coram scabinis infrascriptis dictus Alardus
  14. palam recognovit dictum censum ... ad manus suas partim per
  15. antiquos decanos dicte confraternitatis et partim per Petrum Collart predictum esse
  16. redemptum atque sese a dicto Petro tamquam decano dicte gilde novem florenos renenses ...
  17. et ab antiquis decanis eiusdem gilde
  18. residuum seu reliquos denarios ex causa redemptionis dicti census proventos recepisse.
  19. Clamans igitur dictus Alardus dictos Petrum et alios decanos gilde predicte et
  20. quoscumque alios huisusmodi quitandos ...
  21. Testes ... scabini in Buscoducis Mathias filius
  22. Lamberti Stoeters et Nycolaus vander Stegen. Datum decimaquarta die mensis
  23. decembris 1532.
Dorsaal: 38 (Vander Weeghe ?).
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1174A

1533 februari 8

Anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo secundo

Willelmus Pynappel en Nycolaus vander Stegen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van Egidius Janssen, als wettige echtgenoot van Ermgardis, dochter van wijlen Elyas Henricxsen, aan Willelmus, zoon van wijlen Johannes Hemeler, verkocht heeft een erfcijns van 3 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis uit:
  1. huis, erf, huisje genaamd scop, en aangrenzend erfgoed 4 lopenzaat groot, in de parochie Dynther op de plaats Vorstenbosch tussen de gemene gronden aldaar aan een zijde en het erfgoed van Willelmus, zoon van Nycolaus de Doirne aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf een zeker pad tot aan de gemene gronden,
  2. een stuk grond, 4 lopenzaat groot, op de plaats Opten Hoigenwech tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Willelmus de Leyen aan een zijde en het erfgoed van Willelmus, zoon van Nycolaus de Doirne, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Henricus Elyassen tot aan de heil aldaar,
  3. een zester grond op de plaats Opte Campen tussen de gemene hei aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Johannes Arntssen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Petrus die Bever tot aan het erfgoed van Henricus, zoon van Elyas Henricxsen,
  4. een zester grond aan beide zijden tussen het erfgoed van Willelmus, zoon van Nycolaus de Doirne, zich uitstrekkend vanaf een zeker pad tot aan het erfgoed van Petrus, zoon van Johannes Lambertssen,
  5. een bunder hooigrond op Vorstenbosch op de plaats Inde Bouwerckesse hoeve tussen het erfgoed van Willelmus aan een zijde en het erfgoed van Jacobus Janssen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Willelmus tot aan de leygrave,
Met als lasten een burencijns van 4 stuvers en 1 oirtken en een erfpacht van 13 vaatzaten rogge aan verscheidene (niet gespecificeerde) personen.
Dorsaal: III Rijnsgulden tot Dinther ende ghilt Jan Gielis.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1439

1533 mei 8

Lambertus Stooters en Franciscus Bogart, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Wolterus, zoon van wijlen Adrianus Janssen aan Henricus, zoon van wijlen Johannes Kemp, verkocht heeft een erfcijns van 3 carolus gulden en 2½ stuver, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Sint- Philippus en Jacobus, apostelen uit:
  1. een huis, erf, hof en aangrenzend erfgoed in de parochie Waelwyck tussen het erfgoed van Henricus Arienssen aan een zijde en het erfgoed van Theodericus Geritssen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de oude weg tot aan de nieuwe weg,
  2. 2 morgen grond tussen het erfgoed van Nycolaus Jansssen, priester, aan een zijde en het erfgoed van Willelmus Geritssen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Venhofsloet tot aan de straat die Naeste Zeyn ...
met als lasten een mud rogge en 2 kapoenen uit het huis, erf en hof en 3 rynsgulden uit de 2 morgen (aan niet gespecificeerde personen of instellingen)
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1032

1533 juli 23

  1. Notum sit universis quod cum Johanna, filia quondam Thome, filij quondam Thome Marcelissen, relicta quondam Johannis, filij quondam Henrici Willemssen,
  2. cupificis, usufructum sibi competentem in domo et area ... ad finem vici Hynthamensi inter her. Bernardi ... die Brouwer e.u.
  3. l. et inter her. olim Henrici Donck Henricxsen e.a.l. simul cum iure utendi quadam via ibidem tendendum ad aquam ibidem fluentem
  4. necnon in iure utendi quodam gradu descendendum ibidem usque ad dictam aquam necnon in ure utendi cloaca ibidem supra aquam predictam stante dudum
  5. supportatis dicto Johanni filio quondam Henrici Willemssen a Jacobo filio quondam Willelmi Bloemkens leg. supportasset magistro Petro de Os ad opus
  6. Henrici, filij dictorum Johanne et quondam Johannis. Et cum deinde
  7. dictus Henricus, filius iamdictorum Johanne et quondam Johannis. Constituisset dictam Johannam suam matrem et eidem plenariam potestatem
  8. dedisset vendendum, transportandum dictam domum et aream simul cum suis iuribus predictis ...
  9. Constituta igitur coram scabinis infrascriptis dicta Johanna ...
  10. utenda dicta potestate sibi ut premittitur data supradictam domum et aream cum suis iuribus et
  11. attinentijs predictis ac quibuscumque alijs suis iuribus leg. et her. supportavit Theoderico, filio quondam Theoderici die Cleve ... et cum toto iure sibi et dicto Henrico, suo filio ...
  12. dicto Theoderico deponet omnino. Exceptis h.c. 2 florenorum renensium Mathie, aurifabro,
  13. et h.c. 3½ flor. heredibus quondam Henrici de Bucstel arinuatim exinde ... solvendos ... Promisit
  14. insuper dicta Johanna cum suo tutore predicto ... in casu quo imposterium inventum fuerit ... ex dictis
  15. domo et area cum suis iuribus plus solvendum fore fore quam dictum est quod dicta Johanna hoc plus prefato Theoderico penitus deponet. Testes
  16. ... scabini in Buscoducis Mathias, filius Lamberti Stooters, et Willelmus de Os. Datum 23 juli
  17. 1533.
Dorsaal: niets nieuws.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1440

1533 oktober 29

Jan Aerntssen, Dirick Berntssen, Hanrick Clingh Dirckssen, Goyrt van Maren en Peter van Heeze, schepenen in Lyth, oorkonden dat Anthonis Meeussen van Geffen aan Ghysbert Hanrick Ghysbertzen beloofd heeft 1½ carolus gulden pacht te betalen, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Allerheiligen over een jaar uit:
  1. geseet huys hostat met hof tegenover Engwyck, de erfgenamen van Dirck Daniels aan de overkant naast en de openbare weg rondom,
  2. 5 hont land in de Efterste Zweverenshoef, de erfgenamen van Iken Hanrick Clingh boven naast en het erfgoed van abt van Sint-Truyen en het kapelaanschap van Lyth beneden naast, zich uitstrekkende vanaf het erf van de fabriek en de kerk van Lyth tot aan Gemeyn Borgele steegske.
Zegel: fragment.
Nummer: 1033

1534 januari 17

jaer ons Heren dusent vyfhondert drie ende dartich

Peter Goeyertsen, Henrick Janssen, Willem Cling Henricxsen en Cornelis Goeyartsen, schepenen in Litoeyen, oorkonden dat Margriet, Aernts dochter van Reck, weduwe van Dielis Goertsen en vrouw van Jan Art Zelen soen, aan Henrick Dielessoen, haar zoon, heeft opgedragen:
  1. haar vruchtgebruik in een huis en hof tussen het erfgoed van Willem Driessen boven naast en Willem Petersen beneden naast, zich uitstrekkend aan de straat van Lyth tot op het erfgoed van de persoonsschap van Groet Lyth,
  2. nog een halve schaar in de Lege Wert tussen het erfgoed van Huygen Ghiben boven naast en en het erfgoed van Heer Mathis beneden, zich uitstrekkend vanaf de dijk tot aan de Maas,
met als lasten een erfcijns van 2 carolusgulden aan de heren van Luijdick en nog 4 identieke aflosbare guldens aan verscheidene (niet geidentificeerde) personen.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1034

1534 januari 17

int jaer ons Heren dusent vyfhondert drie ende dartich

Peter Goeyartsen, Henrick Janssen, Willem Cling Henrixsen en Cornelis Goeyaertsen, schepenen in Litoeyen, oorkonden dat Margriet Aernst, dochter van Reck, weduwe van Dielis Goeijartsen, nu vrouw van Jan Zelen, aan Henrick Delissen, haar zoon heeft overgedragen:
  1. haar vruchtgebruik in een huis, hof en land daaraan grenzend tussen het erfgoed van Willem Driessen boven naast en en Willem Peterssen, schoenmaker, beneden naast en zich uitstrekkend van de straat van Groet-Lith,
  2. halve schaar in de "legen wert" tussen het erfgoed van Huygen Ghiben boven naast en Heer Mathis beneden naast,
met als lasten een erfcijns van 2 carolus gulden en nog 4 carolusgulden aan verscheidene (niet gespecificeerde) personen.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1035

1534 oktober 22

  1. Dominus Jacobus capitularis canonicus in ecclesia collegiata sancti Johannis ... filius quondam Godefridi
  2. Hannen pellificis annuum et hereditarium censum sex florenorum renensium ...
  3. dandum videlicet in huiusmodi solutione aureum florenum renensem boni auri et iusti ponderis
  4. dictum den gouden overlens rynsgulden ...
  5. ex
  6. domo area et orto ac hereditatibus sibi adiacentes quinque lopinatas terre ... in parrochie de Geffen iuxta
  7. plateam dictam die Wyntsche straet inter hereditatem Petri Spierinx ex uno latere et inter hereditatem Lamberti Maessoen ex alio
  8. latere. Item ex pecia terre sextariatam terre ... sita ibidem in opposito ultra plateam predictam ...
  9. inter hereditatem Petri de Gassen ex uno latere et inter communem plateam ex alio latere. Item ex petia terre tres lopinatas
  10. terre ... ibidem ad locum ... opten Ham inter hereditatem Lamberti Maessoen ex uno latere et inter
  11. hereditatem altaris sancte Dympne virginis ... in ecclesia de Geffen ex alio latere. Item ex petia terre sex lopinatas terre ...
  12. in dicta parrochia ad locum ... aenden Berch inter hereditatem Roveri filii Theoderici Lambrechtssoen ex
  13. uno latere et inter hereditatem Johannis de Lyebergen ex alio latere quem censum predictum Henricus filius quondam Theoderici
  14. Hannen ad opus magistri Theoderici et dicti Jacobi fratrum liberorum quondam Godefridi Hannen pellificis erga Theodericum filium Rutgeri
  15. Rutgerssoen emendum acquisierat ... legitime et hereditarie
  16. supportavit magistro Petro de Os ad opus ... der zangernyen dominorum decani capitularum capituli ecclesie collegiate
  17. predicte ...
  18. deponet omnino potestate tamen redimendum
  19. censum predictum dicto Theoderico reservata. Testes ... scabini in Buscoducis Hermannus de Daventria et
  20. Rutgerus de Berkel. Datum vicesima secunda die mensis octobris anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo quarto
Dorsaal:
  1. Mathys Pennincx Jan Aert Meussoen
  2. deze sess gulden siaers syn gelost ende gequeten opten ? vande constitutie dezes ? de constitutie Theodericus filius Rutgeri etcetera in dato achtentwintich januarij anno vijftienhondert ende sestich. Actum XXIII september 1623
Zegels: beide onbeschadigd.
Nummer: 1441

1534 oktober 27

Goyaert Symons en Jan die Wolff, schepenen in sHertogenbosch, oorkonden dat Huygh Spierinx, drossaard tot Huesden, aan Willem Pynappel overgedragen heeft een stukje land in de parochie Aerle by Beke in de hoeve Te Cleynen Laer Inde Braeck met een einde aan het erfgoed van Juffrouw Sophie, weduwe van Arnt van Eyndhoutz, en met anderen rondom de hoeve.
Zegels: beide onbeschadigd.
Nummer: 1036

1535 april 2

  1. Wy Jan Artssoen, Hanrick Dingh Jan Geritzoen Rut Dirckssoen Peter van Heeze Goyrt van Haren ende Udo
  2. Goirtszoen, scepenen in Lyth, tuygen dat voir ons quam Gerit soen wylen eer Goirts Gerit Damensoen de smyt een
  3. geseet huys hostat metten hoff ... aen de gemeyn moelenstraet tusschen erve Willem Driessen aen
  4. de een syde boven naest ende Willem Peter Loyenzoen scoenmaker aen dander syde beneden naist streckende vander
  5. straete voirscreven totten graef van des persoens hof ... dat heeft hi wittelyck ende erfelick opgedra-
  6. gen heer Mathys Goirts brauwer soen ...
  7. af te doen beheltelicke utgenomen ses karolus
  8. gulden tstuck ...
  9. pachs dair ut gaende den heer Mathys voirschreven ... gelden in alle
  10. jair betalen sal diemen van richs wege sculdich is datter Gerit voirscreven ...
  11. Gegeven onder den zegel ons gemeins sce-
  12. pendoms van Lyth inden jair ons Heeren duysent vyfhondert vyf en dertich den tweeden dach inden
  13. aprille.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 1037

1535 mei 5

Goyart Symons en Jan van Erpe, schepenen in Tshertoigenbossche, oorkonden dat Aleyt, wettige dochter van wijlen Matheeus van Gunterslair, weduwe van wijlen Jan Goyaertssen van Hedel, aan Aleit, weduwe van Zeger, zoon van de voornoemde Jan Goyaertssen van Hedel, en Anthonye, dochter van wijlen Hennicx Melissen van Rode, overgedragen heeft een erfcijns van 4 £ uit een huis en erf, geheten Inden Wildeman, Over die Vischbrugge tussen het huis en erf van de eerstgenoemde Aleyt aan een zijde en en een openbaar straatje, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan een openbare w.c. achter de stadsmuur aan de andere zijde en vanaf de voornoemde openbare weg tot aan het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Zegers zoon. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Aleit en Anthonia verplicht zullen zijn deze jaarcijns te besteden aan waskaarsen op metalen kandelaars binnen de tralies staande voor het Heilig Sacrament buiten het hoogkoor van de kerk, en dat Aleyt, dochter van eerstgenoemde Aleyt, deze cijns altijd zal mogen terugkopen voor 28 carolus gulden, de jaarcijns en de achterstallige bedragen.
Dorsaal:
  1. Numero 89 (Vander Weeghe),
  2. folio 59 verso,
  3. folio 49 verso,
  4. folio 88.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1442

1535 augustus 24

  1. Wy Jan Aertssen, Hanrick Clingh, Jan Geritssen, Rut Dirckssen, Goirt van Haren, Peter van Heze ende Uudo Goirtssen, scepenen in Lyth, tuygen dat voir
  2. ons quam Hanrick soen wylen eer Delis Goirtssen de smit, een geseet huys, hostat mitter hove ... aen de Molenstraet tusschen erven Willem
  3. Driessen aen de een syde boven naest ende Willem Peterssen, de scoemaker aen dander sy meede naest streckende vander straete voirscreven tot in een
  4. wielke aen des persoens van Lyths hoff. Item een stuck weylants als dairmen een calf op weyen mach ... Inden Legen Wert tusschen
  5. erven heer Mathys Goirtzen priester boven naest ende Huygh Ghibenzoen beneden naest streckende vander Auwer Maze tot inde Grote
  6. Mase dat heeft hy wittelycke ende erfelycke opgedragen heer Mathysse voirseyde vanden selven her Mathys dat te hebbende ende te besittende ...
  7. geheel ende al af doen sal uutgenomen II gulden ...
  8. uut den gesciet tsiaers te geldende te betalende den heeren van Sinte Lamberts te Ludick. Item den
  9. selven heeren uut der calverscair voirscreven oick huiren gewonedelycke chyns. Gegeven onder den zegel ons gemeyn scependoms van Lyt
  10. voirscreven inden jair ons Here duysent vyfhondert ende vyf en dertich op sinte Bartolomeus dach Apostoli.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 1038

1535 augustus 24

  1. Wy Jan Aerntssen, Hanrick Cling, Jan Geritssen, Rut Dirckssen, Goirt van Maren, Peter van Heeze ende Uudo Goirtssen, scepenen
  2. in Lyth, tuigen dat voir ons quam Griet ... wedue ... Delis Goirtssen de smitt, in huerse tyt ende
  3. nu wittige huysvrau Jans Aernt Teeilenzoen met huiren man ende momber die tochte welck sy seeiden te hebbende in
  4. enen geseet huys hostat metten hove gelegen aen die Molenstraet tusschen erven Willem Driessen aen de een syde boven
  5. naest ende Willem Peterssen sceimaker beneden naest streckende vander voirschreven strate op een wielke aen des per-
  6. soens van Lyth hoff. Item noch in enen stuck weylants van eenre talver scare ... Inden Legen Wert tussen
  7. erve Heer Mathys Goirts Brauwerszoon boven naest ende Huyghen Ghibensoen beneden naest streckende vander
  8. Auwer Maze inde Groot Mase die heeft sy ... wittelicke opgedragen Hanrick
  9. Deliszoen vanden selven Delis ... ende huir wittelick verwect vanden selven Hanricke ... te hebbende
  10. ende te besittende ...
  11. Gegeven onder den zegel ons gemein scependoms
  12. van Lyth joden jair ons Here duysent vyfhondert ende vyf en dertich op sinte Bartolomeusdach.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1039